8037_110529
8047_110529
8049_110628
9068_120711
|
Info:
Zwarte sterns zijn vogels van het ondiepe
moeras. Ze broeden op drijvende watervegetatie
(liefst krabbescheer), nestvlotjes en
modderbanken in ondiepe en matig voedselrijke
moerassen en in agrarische gebieden met brede
sloten en modderbanken. Ze foerageren niet ver
van de kolonies op kleine visjes, amfibieën,
insecten en regenwormen. Zwarte sterns
overwinteren in West-Afrika.
Een kleine stern met vrij korte staart en
relatief brede vleugels. In prachtkleed is het
lichaam grotendeels zwart met asgrijze
bovendelen. Poten en snavel zijn zwart, resp.
bruin. De staart is aan de onderzijde wit.
Vrouwtjes zijn meestal wat valer. Buiten het
broedseizoen valt de zwarte stern minder op: kop
en lichaam worden wit, met uitzondering van
achterhoofd, een vlekje achter het oor en
vlekken op de schouders. Onvolwassen vogels
lijken op vogels in winterkleed en hebben
bruinige veren. Tijdens de trek ook in grote
groepen te vinden.
Geluid: Ver dragende, schelle kreten, wel
kenmerkend.
Broedbiotoop:
Zwarte sterns broeden in mei-juni. Ze hebben 1
legsel per jaar van 2-3 eieren. Broedduur 20-22
dagen. Het nest wordt gemaakt in
zoetwatermilieus op drijvende vegetatie, liefst
krabbenscheer, of kunstmatige nestvlotjes. Ze
broeden in kleine kolonies. De jongen zitten
25-28 dagen op het nest. Ze kunnen het nest al
vanaf de tweede week voor langere tijd verlaten
en worden nog enige tijd na uitvliegen gevoerd.
Leefgebied:
Ondiepe en matig voedselrijke moerassen en in
agrarische gebieden met veel sloten,
moerasvegetatie en modderbanken. Uitgestrekte
velden van krabbescheer, waterviolier en
fonteinkruiden en een welige, soortenrijke
oeverzone (verlandingsmoeras) vormen het
favoriete leefgebied van deze vogel van zoet- en
brakwatermoerassen. In overwinteringsgebied
vogel van zeekusten.
Voedsel:
Zwarte sterns eten kleine visjes, amfibieën,
insecten en regenwormen. Hij bidt vaak en pikt
dan voedsel op vanaf het wateroppervlak; jaagt
ook op vliegende insecten.
Trek:
Zwarte
sterns zijn in Nederland te zien van half april
tot in oktober. Tot voor kort trok een groot
deel van de Europese en West-Siberische
populatie via Nederland (IJsselmeer) en de kust
naar West-Afrika. Sommige vliegen nog een stuk
verder. De najaarstrek vindt plaats tussen eind
juni en eind september. In juli, augustus en
begin september verzamelen zich grote aantallen
in het IJsselmeergebied, een belangrijk
tussenstation. 's Nachts slapen de zwarte sterns
gezamenlijk. Eiland De Kreupel is daarvoor een
belangrijke plek. |