4691_160927
4734_160927
4747_160927
4754_160927
|
Info:
Zeekoeten zijn echte zeevogels die zelden of
nooit in het binnenland te zien zijn. Met
uitzondering van de broedtijd blijven ze hun
hele leven op zee en alleen om te broeden komen
ze aan land. Doordat ze, net als duikers en
futen, veel op het water zwemmen en minder
vliegen zoals stormvogels en meeuwen, vallen er
veel olieslachtoffers door de olie afkomstig van
scheepvaart.
Alkachtige te herkennen aan lage ligging in het
water, met lang achtereind. Ook in vlucht lang
achtereind, en door ver uitstekende poten nogal
'slungelig'. Witte onderdelen en bruine
bovendelen en kop. Snavel is het grootste
verschil met alk: zwart, dun en puntig. In
winterkleed witte wangen en keel en in
tegenstelling tot de alk een duidelijk zwarte
oogstreep achter het oog.
Geluid:
Roept niet buiten broedtijd; op de kolonie
meeuwachtig maar lager, een staccato "hû-hû-hû",
en ook raspende rauwe klanken.
Broedbiotoop:
Broedt vanaf mei/juni. Heef 1 legsel met 1 ei.
Start van broeden gerelateerd aan temperatuur
van het oppervlaktewater. Broedduur 32 dagen. Om
en om worden eieren bebroed door man en vrouw in
rondes van 12-24 uur. Broedt in kolonies van
enkele tientallen tot duizenden vogels. Geen
nest. Het ei ligt op een steile rotswand. Na het
uitkomen blijft het jong nog 20-22 dagen op de
rotsen zitten. De kuikens springen dan naar
beneden in de zee, tegelijk met honderden andere
zeekoetkuikens. Zwemmen samen naar open zee om
daar eten te zoeken. De jongen kunnen dan nog
niet vliegen en de volwassenen maken van deze
tijd gebruik om te ruien. Jongen worden nog zo'n
3 weken door de ouders verzorgd.
Leefgebied:
Zeekoeten zijn aan zout water gebonden en dus
alleen te vinden op open zee. Ze zijn bestand
tegen flinke kou, het zoute zeewater en kunnen
goed duiken. Zeekoeten komen alleen aan land om
in kolonies op kliffen te broeden. Op smalle
richels staan de zeekoeten met duizenden zij aan
zij. Ze bouwen geen nest; hun enige ei broeden
ze tussen hun poten uit.
Voedsel:
Zeekoeten
duiken onder water naar vis, kreeftjes en andere
ongewervelden.
Trek:
Begint al vanaf juli met wegtrek van
broedkolonies. Overwintert op zee. Trek
voornamelijk gerelateerd aan hoeveelheid voedsel
en (dus) watertemperatuur. Pas later in de
herfst in Nederland te verwachten, in oktober en
dan hier te zien tot april. Trekt laag over zee
in kleine tot middelgrote groepen. |