3114_120304
3117_120304
4888_080207
4891_080207
|
Info:
De wilde zwaan is een wintergast in Nederland.
Ze broeden in Fenno-Scandinavië en Rusland en
overwinteren op Nederlandse weiden en op wateren
in het duingebied. Wilde zwanen zijn slanker dan
knobbelzwanen en groter dan kleine zwanen. De
wilde heeft een grote, driehoekige gele plek op
de snavel. Sinds 2005 broedt de vogel in
Nederland. Sindsdien werden enkele jongen in ons
land groot.
Grote witte zwaan, met een opvallende
geel-zwarte snavel. Het geel is driehoekig en
loopt voorbij de neusgaten. Worden dikwijls in
kleine groepen gezien. Qua lengte doet hij voor
de knobbelzwaan niet onder, maar hij is een stuk
slanker en dus ook lichter. Wel zo makkelijk
voor een echte trekvogel, want dat is deze
zwaan. Op afstand is de wilde zwaan te herkennen
aan de lange rechte slanke hals. Onvolwassen
vogels zijn grijsbruin. Oogt in vlucht zwaarder
dan kleine zwaan en heeft een langzamere
vleugelslag.
Geluid: Luid en honkend, vaak kraanvogelachtig.
Meer trompetterend dan van kleine zwaan.
Broedbiotoop:
Wilde
zwanen broeden langs poelen op toendra’s, in
veenmoerassen en bij kleine meren in afgelegen
gebieden in Fenno-Scandinavië en het noorden van
Rusland. Ze beginnen daarmee na 4-5 jaar en
leggen 3-5 eieren in een nest langs het water.
Sinds 2005 zijn er enkele broedgevallen in
Nederland bekend. Het gaat om een enkel paar in
Zuidwest-Drenthe, in soms wisselende
samenstelling, dat verschillende jongen
grootbracht. Andere broedpogingen in
Noordoost-Nederland waren nog niet succesvol.
Leefgebied:
Wilde zwanen overwinteren bij ons in groepjes
langs de grote rivieren, in Flevoland, en
bijvoorbeeld in de Wieringermeer. Het
zwaartepunt van de verspreiding ligt in het
noorden en oosten van Nederland.
Voedsel:
Wilde
zwanen foerageren op eiwitrijk grasland en op
het water waar ze grondelend bladeren, stengels
en wortels van waterplaneten eten zoals
fonteinkruid. Verder eten ze graankorrels en
bietenflinters die ze op akkers vinden.
Trek:
Vanuit
Scandinavië en Noord-Rusland via Denemarken en
Noord-Duitsland trekken ze naar gebieden langs
de Oostzee. Nederland bevindt zich aan de
zuidwestrand van het overwinteringsgebied. Ze
zijn in Nederland te zien vanaf half oktober tot
half april. |