1734_121010
5643_120418
9974_140810
9982_140810
|
Info:
Het waterhoen is een algemene vogel in
Nederland. Opvallend is zijn rode snavel met
gele punt. Tijdens het zwemmen of lopen is zijn
staart omhoog gericht. De witte
onderstaartdekveren zijn dan goed zichtbaar.
Jonge waterhoentjes volgen deze witte
signaalveren. Het waterhoen broedt langs
allerlei zoet water, als kleine sloten en
vijvers, ook in dorpen en steden.
Zwart verenkleed, met witte vlekken langs de
flanken. Opvallende witte onderstaartdekveren
met zwarte middenstreep. Rode snavel met gele
punt. Heeft een rode bles. Met hun typische
(groengele) moerasvogelpoten kunnen ze over
drijvende watervegetatie lopen zonder al te diep
weg te zakken. Tijdens het zwemmen of lopen is
zijn staart omhoog gericht. Juveniel is
donkerbruin zonder de opvallende vooral rode
snavel.
Geluid:
Territoriumroep een verdragend "poerrr",
verder zeer veel andere geluiden.
Broedbiotoop:
Broedt van
maart-augustus. Heeft 1-3 legsels per jaar
bestaande uit meestal 5-9 eieren. Broedduur:
19-22 dagen. Maken een komvormig nest in dichte
oevervegetatie. Meerdere vrouwtjes leggen soms
eieren in hetzelfde nest, zogenoemde dumpnesten
(vanaf 12 eieren). Jongen uit een eerder
broedsel helpen mee met het verzorgen van
kuikens uit een later nest. De jongen kruipen
meteen uit het nest en kunnen na een dag of 49
vliegen.
Leefgebied:
Het waterhoen is een algemene broedvogel van
meren, plassen, rivieren, vijvers en sloten met
een dichte oevervegetatie, hierbij hebben ze een
lichte voorkeur voor voedselrijke wateren. Het
waterhoen is een vaak verborgen levende vogel
die zich vooral ophoudt in dichte
oevervegetaties. Hierin maken ze ook hun
komvormig nest van waterplanten. De lange tenen
zorgen er voor dat ze niet wegzakken in de
modderige oevers. Waterhoentjes zoeken elkaar in
de wintermaanden op in de buurt van grote
vijvers en sloten. Hier moeten ze wel voldoende
voedsel en dekking kunnen vinden.
Voedsel:
Het voedsel van het waterhoen bestaat uit
waterplanten, grassen, insecten, spinnen,
kikkervisjes, maar soms ook eieren van andere
vogels.
Trek:
Het
waterhoen blijft in Nederland. Tijdens strenge
vorst gaan ze op zoek naar open water en trekken
ook wel weg naar Engeland of Noordwest-Frankijk.
In de winter bevinden zich in Nederland ook
Duitse en Deense vogels. Midden in de winter
zijn de grootste aantallen te zien in het westen
en zuidwesten, zowel op het platteland, in
moerassen als in stedelijke omgeving. Trekt 's
nachts en is dan ook soms te horen, vooral in
het voorjaar. |