6242_120502
6252_120502
8891_110628
8893_110628
|
Info:
Visdieven zijn koloniegewijs broedende vogels
van de kust en visrijke wateren in het
binnenland. Bij voorkeur broeden ze op eilandjes
en andere voor grondpredatoren moeilijk
bereikbare plaatsen met een vrijwel kale tot
grazige bodem. Visdieven eten graag kleine
rondvis, die meestal duikend bemachtigd wordt.
Bij gebrek aan rondvis schakelen ze over op
kleine platvis, garnalen, kikkervisjes etc.
‘Onze’ visdieven overwinteren langs de
West-Afrikaanse kust, van Mauritanië tot
Nigeria.
Meest algemene stern in Nederland die zowel aan
de kust als in het binnenland te zien is. Rug en
vleugels zijn zilvergrijs en de onderdelen
lichtgrijs. Visdieven hebben een zwarte kopkap
die doorloopt tot in de nek. De buitenste
handpennen zijn iets donkerder waardoor er -
vooral in de zomer - een donkere wig op de
bovenvleugel ontstaat. Lijkt sterk op noordse
stern. Maar visdieven hebben een langere snavel
en hals, bredere vleugels, langere poten en
meestal een zwarte punt aan de oranjerode
snavel.
Geluid: Kenmerkend, krijsend. Lager dan noordse
stern.
Broedbiotoop:
Heeft 1 legsel per jaar met 2-3 eieren in een
nestkuiltje. Broedt meestal vanaf mei tot begin
juni. Broedduur: 21-24 dagen. Visdieven broeden
in kolonies op rustige, spaarzame begroeide
terreinen aan de kust en bij binnenwateren, maar
soms ook op daken in het westen en noorden van
Nederland. De jongen kunnen na 23-27 dagen
vliegen.
Leefgebied:
Visdieven komen hoofdzakelijk voor in
kustgebieden, maar ook in het binnenland zijn
kolonies te vinden, in waterrijke graslanden en
op platte grinddaken. Ook
natuurontwikkelingsgebieden langs de grote
rivieren voorzien in geschikte broedgelegenheid
voor de visdief. Ze zoeken hun voedsel in zoete
en zoute milieus: intergetijdenzone, kust,
moeras, rivieren, beken en meren.
Voedsel:
Bidt en
duikt naar kleine visjes, zoals spiering.
Tijdens de balts presenteren de vogels visjes
aan elkaar.
Trek:
Visdieven overwinteren voornamelijk langs de
westkust van Zuid-Europa en Afrika, voornamelijk
het kustgebied van Mauritanië en Nigeria. Een
klein deel van de visdieven trekt helemaal door
naar Zuid-Afrika. Ze volgen tijdens de trek de
kustroute, maar ook over het binnenland, daarbij
vooral het laagland opzoekend. Visdieven
verschijnen vanaf eind maart. De meeste
voorjaarstrek tussen half april en eind mei.
Vanaf begin juli gaan er weer groepen richting
het zuiden, wat doorgaat tot september/begin
oktober. |