3460_140126
3468_140126
3697_150323
3863_150324 |
Info:
De rotgans dankt zijn naam aan het geluid dat de
vogels maken; met de vogels zelf is niets mis.
Rotganzen broeden op de Siberische toendra's.
Niet in Nederland. In de winter komen rotganzen
massaal onze kant uit, om in het Waddengebied en
de Zeeuwse Delta te overwinteren. Een ander deel
van de rotganzen trekt door naar Zuid-Engeland.
Nederland is voor de rotgans een zeer belangrijk
land. Het merendeel van de wereldpopulatie
overwintert hier of tankt bij, om vervolgens de
oversteek naar Engeland te maken.
Iets kleiner dan brandgans. Kop en hals zwart
met uitzondering van een witte halsvlek en effen
donkergrijze bovendelen. Onderzijde ook
grotendeels donkergrijs maar met wat wit op de
flanken. Onder de staart altijd wit. Onvolwassen
rotganzen hebben witte strepen op de bovendelen
en nog geen witte halsvlek.
Naast de 'gewone' zijn er nog twee soorten
rotganzen: de zwarte rotgans en de
witbuikrotgans.
Geluid:
Laag "rrrò… rrrò", vandaar de naam rotgans,
met variaties hierop.
Broedbiotoop:
Het
arctische broedseizoen is kort en laat maar één
legsel per jaar toe. Dat bestaat meestal uit 3 -
5 eieren, bij uitzondering 2 - 8 eieren.
Leefgebied:
Kust, graslanden in het Waddengebied en in de
Zeeuwse Delta. Broedt wijdverspreid op de
noordelijke arctische toendra. In Nederland
zoeken rotganzen vooral weilanden en akkers op
in de directe omgeving van het Waddengebied. Bij
laag water zoeken ze hun voedsel op het wad, bij
hoog water grazen en rusten de vogels op
weilanden.
Voedsel:
Gras, aangevuld met andere plantendelen.
Trek:
Rotganzen
zijn lange-afstandstrekkers. De vogels die de
winter in Nederland doorbrengen, komen uit
Midden- en Noord-Siberië. Een flink deel van de
vogels legt daarbij meer dan 5.000 km af!
Daarbij wordt tot 1056 km afgelegd in één
vlucht, de totale route wordt in zo'n 16 etappes
afgelegd. Gemiddeld vliegen rotganzen daarbij
118 km per dag. De aantallen rotganzen in
Nederland zijn het grootst in april / mei. De
vogels verblijven vooral in het Waddengebied,
tot ze eind mei / begin juni vertrekken naar de
Arctische broedgebieden. |