1223_160502
1231_160502
1248_160502
1253_160502 |
Info:
De roodhalsfuut is geen alledaagse verschijning.
Pas sinds 1985 is het een jaarlijkse broedvogel
in ons land, in zeer kleine aantallen. In
Drentse veengebieden lijkt de roodhalsfuut een
min of meer vaste verschijning als broedvogel.
Ook elders kunnen ze opduiken. Het is een
broedvogel van overwegend Midden- en Oost-Europa.
In West-Europa heeft de soort geen
aaneengesloten verspreidingsgebied.
In prachtkleed goed herkenbaar aan sterk
contrasterende tekening van roodbruine hals,
gedeeltelijk grijswitte kop met zwart bovendeel.
Snavel zwart met geel aan de basis. Winterkleed
grijsbruin van boven, onder wit, koptekening met
zwart tot onder de ogen, grijsbruine wangen en
witte bef/oorstreek. Kleiner en meer gedrongen
dan gewone fuut. Teugel (tussen oog en snavel)
i.t.t. bij fuut donker. Jongen gestreept.
Geluid:
Luidruchtig in broedtijd, met klagende roepen.
Broedbiotoop:
Broedperiode van half mei tot in juli. Nest is
een platform van plantenmateriaal, vastgemaakt
aan riet of onderwatervegetatie. Broedt meestal
solitair, soms in losse kolonies. Gemiddeld 4-5
eieren. Tweede broedsel is zeldzaam. Jongen
worden net als bij gewone fuut door ouders
gedragen op rug.
Leefgebied:
Heeft in vergelijking met gewone fuut voorkeur
voor kleinere wateren van soms zelfs minder dan
1 ha. Het kunnen ook meertjes zijn in dicht
bosgebied. Hoeveelheid vis van minder belang dan
beschikbaarheid ongewervelden, samenhangend met
rijke vegetaties. Broedplaatsen vaak gedeeld met
broedkolonies meeuwen, die voor bescherming
zorgen. In winter vooral op zout water (baaien,
ondiepe kusten).
Voedsel:
Hoofdzakelijk ongewervelden, met name
waterinsecten en hun larven, ook grondinsecten
en in mindere mate vis. Prooien worden duikend
of zwemmend over het wateroppervlak met hoofd
onderwater bemachtigd. Insecten worden ook van
wateroppervlak of van watervegetatie gepakt.
Trek:
Vanuit de
Europese broedgebieden kent de roodhalsfuut
zowel trekbewegingen als gewoon verspreiding
vanuit het broedgebied naar andere wateren, met
name getijdegebieden. Europese
overwinteringsgebieden zijn langs de Europese
westkust, Baltische en Kaspische Zee, ook wel
Zwarte Zee. In ons land na de broedtijd op zoete
en zoute wateren (Deltagebied), meestal solitair
of enkele exemplaren bijeen. Het gaat om enkele
tientallen vogels. |