5163_161129
5166_161129 |
Info:
De pontische meeuw werd lang als ondersoort van
de geelpootmeeuw beschouwd en de pontische meeuw
lijkt er dan ook op. De soort komt onder andere
voor rond de Zwarte en Kaspische zee en broedt
steeds vaker in Polen en Duitsland. In Nederland
is de soort ook sterk toegenomen in aantal, maar
hij wordt ook steeds beter herkend. Het
herkennen van pontische meeuwen is niet
eenvoudig, maar kan juist daarom een leuke
uitdaging zijn.
Herkenning is moeilijk en bij elke leeftijd van
deze soort zijn weer andere kenmerken. Kijk voor
meer informatie bij 'Meer weten'. In het
algemeen een kleine, ronde kop met een donker
oog, een lange, spitse snavel, lange poten en
lange vleugels. Vogels in onvolwassen- en
winterkleed vaak met opvallend witte kop,
gevlekte achterhals ('boa') en zwart oog. Jonge
vogels in vlucht goed te herkennen aan brede
zwarte staartband en de binnenste handpennen die
licht/donker zijn, wat een luxaflex-effect
geeft. Door hybridisatie in gemengde kolonies in
Polen kunnen hybrides met zilvermeeuw en
geelpootmeeuw voorkomen.
Geluid:
Roep duidelijk nasaler dan andere grote meeuwen;
baltsroep ('long call') vaak staccato, lachend
en hoger.
Broedbiotoop:
Broedt van eind maart tot in juli. Heeft in die
periode 1-2 legsels met elk 7-13 eieren.
Broedduur: 13-15 dagen. Pimpelmezen broeden
behalve in boomholtes ook graag in nestkasten.
De jongen zitten 18-21 dagen op het nest. Als ze
zijn uitgevlogen, worden ze nog zo'n 2-3 weken
gevoerd.
Leefgebied:
Broedt van
april tot juli in kolonies, soms in gemengde
kolonies met zilvermeeuw (en dus soms ook
hybrides veroorzakend). Doorgaans 2-3 eieren.
Broedduur 26-30 dagen. Bouwt nesten vaak in of
onder struiken/lage begroeiing, waarbij zeegras
(zostera) gebruikt wordt. De jongen kunnen
zwemmen na 10 dagen en vliegen na 6-7 weken.
Voedsel:
Vis,
ongewervelden, reptielen, kleine zoogdieren,
afval en jonge vogels en eieren; dus net als
andere meeuwen min of meer een alleseter.
Trek:
Wij
ontvangen broedvogels uit Polen, Roemenië en
Oekraïne vanaf de nazomer. Andere populaties van
pontische meeuw in Kazakhstan en omgeving
trekken zuidwaarts richting Iran en het Arabisch
schiereiland, maar de soort overwintert ook rond
de Zwarte en Kaspische Zee. In 2012 was er het
eerste waargenomen broedgeval van een Pontische
meeuw, een hybride met een zilvermeeuw. |