4655_140312
4661_140312
4667_140312
6469_060218 |
Info:
Knobbelzwanen stammen deels af van om hun dons
gekweekte vogels, maar is ook inheems. Als deze
grote vogels overvliegen, klinkt een luid
fluitend geluid van de vleugels. Niet-broedende
zwanen zijn veelal op weilanden te zien, waar ze
zich tegoed doen aan gras. Beide partners van
een broedpaar zijn elkaar meestal een leven lang
trouw. Sterft een van beide vogels, dan zoekt de
ander soms pas na enkele jaren een nieuwe
partner.
Herkenning
Grote sierlijke witte watervogel. Geheel wit
verenkleed. Poten zwart of vleeskleurig ('Poolse
zwaan', gekweekte vorm). Jonge knobbelzwanen
komen in twee varianten voor: met een bruin
verenkleed en een wit verenkleed ('Poolse
zwaan'). Brede, platte, oranje snavel. Het
mannetje heeft een grote zwarte knobbel boven de
snavelbasis.
Geluid: Opvallend geluid van vleugelslag, uniek
voor deze soort. Verder nogal zwijgzaam, heeft
knorrende roep.
Leefgebied:
Knobbelzwanen komen overal voor waar zoet water
is. Ze broeden in laaggelegen delen van het
land, vooral in open graslanden met veel sloten
in het veenweidegebied. Ook wel in parken. Ze
ruien buiten de broedtijd op open water, zoals
de Veluwerandmeren, het IJsselmeer en in de
Delta. Niet-broeders zijn ook veel op weilanden
te zien.
Broedbiotoop:
Broedt van
maart-mei. Een nest per jaar met 5-7 eieren. De
vrouw broedt die uit in 36 dagen. Langs de oever
of soms in het riet zit de knobbelzwaan op een
groot nest van takken, riet en plantaardig
materiaal dat door de man fel wordt verdedigd
met de kop naar achter, opgezette vleugels en
een sissend geluid. Ze broeden vanaf het derde
of vierde jaar.
Voedsel:
Het
voedsel van de knobbelzwaan bestaat uit
waterplanten en waterdiertjes. Zwanen zijn met
hun lange hals gespecialiseerd in het grondelen
naar waterplanten op diepten waar grondelende
eenden niet meer bij kunnen. Verder eten ze gras
Trek:
Deel van de knobbelzwanen blijven in zachte
winters in hun territorium. In de herfst en
winter kunnen zich grote groepen vormen. Als het
koud wordt, is er wel trek, naar bijvoorbeeld
Frankrijk. Vogels uit het oosten komen in de
winter naar Nederland. Aan het einde van
voorjaar kunnen er groepen onvolwassen vogels te
zien zijn die in mei-juni naar de ruigebieden
trekken. |