0564_180418
4690_140312
1967_130724
5879_070513
|
Info:
De grote Canadese gans is een gans uit
Noord-Amerika en Canada. In Nederland is de
soort regelmatig terug te vinden; het gaat
meestal om ooit ontsnapte volière- en
parkvogels. Vanaf de jaren 1975 is de grote
Canadese gans als broedvogel in Nederland te
vinden. De soort kruist nogal eens met
brandganzen en kleine Canadese ganzen. Daardoor
zijn er allerlei mengvormen te vinden, die
herkenning soms wat lastiger maken. De grote
Canadese gans is geregeld te vinden op vennen in
Brabant en in de lage delen van West-Nederland.
Een grote bruingrijze gans met zwarte hals en
kop. Het meest opvallend is de witte halsvlek.
Het uiterlijk is echter behoorlijk variabel en
zeker door kruisingen met andere soorten komen
soms verassende tussenvormen voor.
Geluid is luid, honkend.
Leefgebied:
De grote
Canadese gans kan in tal van verschillende
leefgebieden gevonden worden; van toendra's tot
halfwoestijnen. Het enige wat er echt toe doet
is dat er water is. In Nederland van is de soort
vooral te vinden in vennen, veenmoerassen en
waterrijke graslandgebieden.
Broedbiotoop:
Broedt van half maart/begin april tot mei. De
4-7 eieren worden over een periode van zo'n 9
dagen gelegd. Het vrouwtje broedt deze gedurende
26-27 dagen uit waarbij het mannetje de wacht
houdt. De jongen komen ongeveer tegelijk uit het
ei en verlaten als familie na een dag het nest.
Na anderhalf tot twee maanden zijn de jongen
vliegvlug.
Voedsel:
Hoofdzakelijk vegetarisch, maar daarin wel wat
losser dan andere ganzen. Er zijn waarnemingen
van grote Candese ganzen die eieren en jongen
van sterns en andere 'dierlijke eiwitten'
opeten. Het meeste voedsel wordt echter gezocht
op graslanden en akkers, waar de ganzen naar
oogstresten zoeken.
Trek:
In het oorspronkelijke leefgebied is de soort
een echte trekvogel: broedvogels uit Canada en
de noordelijke staten van Amerika trekken in het
najaar naar de zuidelijke staten en de Golf van
Mexico. In Europa levende grote Canadese ganzen
trekken niet of nauwelijks. In de zomer, vanaf
juni tot in september, vormen zich grote groepen
ruiende vogels op open water (plassen, meren en
rivieren). Deze 'ruitrek' is de enige migratie
die onze broedvogels ondernemen. |