4411_140305
6390_140416
6401_140416
7722_170718
|
Info:
Compacte gans met een onmiskenbaar uiterlijk. De
brandgans is pas sinds 1984 broedvogel in
Nederland. Tot het oorspronkelijke leefgebied
van deze prachtig getekende, compacte gans
behoren richels op kliffen en heuvels op
onherbergzame plaatsen als Spitsbergen,
Groenland en Noord-Rusland. In Nederland vond de
brandgans ook een leefgebied dat aan de behoefte
voldoet, waarschijnlijk geholpen door de
aanwezigheid van 'tamme' brandganzen die
gehouden worden in parken en tuinen. Uit deze
groep ontstond een sterk groeiende populatie van
niet-trekkende broedvogels.
Zwart, wit en grijs, met een wit gezicht.
Kenmerkend kort gegak, lijkt op het keffen van
een hond.
Leefgebied:
Akkers,
graslanden, intergetijdenzone, kust, moeras,
oevers, rivieren, wadden, weilanden, eilanden in
het rivierengebied en in laagveengebieden.
Brandganzen broeden in Nederland op een aantal
vreemde plaatsen, waaronder nauwelijks begroeide
eilanden. De jongen moeten dan, zodra zij
hiertoe in staat zijn, naar een voedselgebied
zwemmen omdat op het broedeiland geen voedsel
beschikbaar is. Brandganzen broeden ook wel in
moerasbossen en rietkragen. Brandganzen die in
Nederland overwinteren, broeden op de arctische
toendra, vaak op een wat meer beschutte richel.
Broedbiotoop:
Broedt
vanaf eind mei in het arctische gebied. In de
Nederlandse verwilderde niet-trekkende populatie
vaak al eerder. Broedt in een losse kolonie, wat
veiligheid oplevert in verband met het opmerken
en verjagen van vijanden, zoals marters of
vossen. Eén legsel per jaar, van 3-5 (bij
uitzondering 6) eieren. Jongen zijn
nestvlieders.
Voedsel:
Gras en
andere plantendelen.
Trek:
Brandganzen zijn (gewoonlijk) trekvogels die
vanuit de broedgebieden in het hoge noorden
trekken naar Schotland en Ierland, Nederland en
de omliggende landen. Vogels die bij ons
overwinteren zijn vooral afkomstig van Nova Zembla en Zweden. Overwinteraars komen hier aan
in december en verlaten onze streken gewoonlijk
in maart. De laatste jaren lijken - als gevolg
van een hogere predatiedruk in vooral Zweden -
brandganzen wat langer hier te blijven en in
kortere tijd terug te vliegen naar de
broedgebieden. In Noorwegen zijn vliegsnelheden
van 80-85 km per uur vastgesteld. Brandganzen
vliegen op trek vaak lager dan andere
ganzensoorten. In Nederland heeft zich de
laatste decennia ook een - sterk groeiende -
populatie niet-trekkende broedende brandganzen
gevestigd. |