0765_160401
6401_150610
8783_130619
8785_130619
|
Info:
De zanglijster is een algemene broedvogel in
tuinen, parken en bossen. Een bekende eigenschap
van de zanglijster is het stukslaan van
slakkenhuisjes op stenen en tegels, maar ook
takken, zodat zij bij het vlees kunnen komen. De
zanglijster zingt uitbundig, met gevarieerde
strofen maar met een kenmerkende herhaling van
meestal driemaal hetzelfde geluid.
De zanglijster heeft egaal bruine bovendelen, en
een lichte borst met pijlpuntige vlekken. Deze
vlekken zijn een belangrijk verschil met de
grote lijster, waarvan de vlekken ronder zijn.
Zanglijsters beginnen al in januari uitbundig te
zingen, vanaf een uitkijkpunt, de nok van het
dak of in het topje van een boom. Aanwezigheid
van zanglijsters is ook af te leiden uit de
aanwezigheid van een ‘smidse’: een steen met
daaromheen stukgeslagen slakkenhuisjes.
Geluid:
Luide, trage zang met veel pauzes en
herhalingen. Meest kenmerkende roep is een hoog,
scherp "tsip".
Broedbiotoop:
De zanglijster broedt van eind maart tot in
juli. Ze kunnen tot drie legsels per jaar hebben
met elk 3-6 eieren. Broedduur 12-14 dagen. Het
nest wordt gemaakt op een slecht zichtbare plek
laag in struiken en bomen. Het bestaat uit
takjes en vermolmd hout dat bekleedt is met mos
en/of gras; van binnen glad bepleisterd met
modder. De jongen zitten 13-14 dagen op het
nest. Na het uitvliegen van de jongen worden ze
ca. 2 weken gevoerd door de ouders.
Leefgebied:
Struikgewas, grasvelden, open plekken in bossen
en op paden, dat is waar zanglijsters hun
voedsel zoeken. Het nest wordt verscholen in een
dichte struik of in een boom: hoe onopvallender
hoe liever het de zanglijster is. Dichte
vochtige bossen, zoals rabattenbossen en
elzenhakhoutpercelen, zijn favoriet. Bossen op
droge zandgronden huisvesten veel minder
zanglijsters, waarschijnlijk speelt kalkgebrek
door verzuring van de bossen hier, net als bij
mezen, een grote rol.
Voedsel:
Het voedsel van de zanglijster bestaat uit
regenwormen, insecten, duizendpoten, pissebedden
en slakken. Foerageert vaak rennend en springend
op gras. De huisjes van slakken breken ze op
vaste plekken open, de 'smidse'. Eet ook fruit
zoals appels en bessen.
Trek:
De meeste
in Nederland broedende zanglijsters trekken
vanaf september richting Frankrijk, Spanje en
Zuid-Engeland. Daar worden zij vergezeld door
grote groepen door Nederland trekkende
zanglijsters uit Scandinavië. Een deel van de
doortrekkers overwintert in Nederland, met name
in het westen en uiterste zuiden van ons land.
Vanaf eind februari vindt de trek in omgekeerde
richting plaats. |