5093_130321
5096_130321
4650_040729
|
Info:
De wetenschappelijke naam van de gaai, Garrulus
glandarius, is te vertalen als 'voortdurend
krassende eikelzoeker'. Dat typeert de gaai
alleen in de winter, tijdens het broedseizoen is
hij juist opvallend stil. Van oorsprong vrij
schuwe bosvogel, maar inmiddels ook volop in het
stedelijk gebied te vinden. Gaaien hebben in het
bos de functie van indringer-alarm; veel dieren
reageren op hun alarmroep en verbergen zich.
Gaaien zijn bekend om de opvallende blauw-zwart
gestreepte tekening op de vleugel.
Beige-bruine vogels, met een licht gestreepte
kruin, een lichte keel en onderkant, een
lichtblauw vleugelveld met een fijne zwarte
bandering. Verder heeft de gaai een brede zwarte
baardstreep, een zwarte staart en witte stuit.
In het voorjaar en zomer nadrukkelijk aanwezig
met luidruchtige roep. Witte stuit en zwarte
staart vallen op tijdens de vlucht. Gaaien
hebben een stevige donkere snavel. De meest
bekende roep is een luide, hese schreeuw die in
de buurt van bomen en bos geregeld te horen is.
Geluid: Hees, schreeuwend. Zingt gevarieerd met
veel imitaties.
Broedbiotoop:
Broedt van half april tot in juni. Heeft meestal
1 legsel met 5-7 eieren. Broedduur 16-21 dagen.
Het nest van de gaai is gemaakt van takjes en
komvormig. Het bevindt zich vaak tussen de stam
en een dikke tak. Gaaien bekleden de binnenkant
met bijvoorbeeld mos. Jongen zitten 19-21 dagen
op het nest en zijn na 6-8 weken zelfstandig.
Daarna kunnen de ouders agressief worden tegen
hun jongen.
Leefgebied:
Broeden in bossen, kleinschalig boerenland en in
parken en tuinen in de stad. Daar zoeken ze ook
hun voedsel. Waar loofbomen als eik en beuk
aanwezig zijn, kunnen gaaien worden gevonden. De
gaai was vroeger een uitgesproken bosvogel, maar
ondanks schuw gedrag steeds vaker in de stad te
zien. Ontbreekt alleen in gebieden zonder bomen.
Voedsel:
Gaaien
eten vooral insecten, aangevuld met eieren en
jongen van zangvogels. 's Winters eten gaaien
vooral eikels, maar ook beukennootjes, granen (mais),
fruit en ander eetbaars. In het najaar hamsteren
gaaien de eikels en verstoppen die in de grond.
Bij voedselgebrek worden ze opgegraven. De
eikels die ze niet opgraven, kunnen uitgroeien
tot bomen. Weet een gaai dat hij in de gaten
wordt gehouden tijdens het verstoppen, dan komt
hij later terug om de eikel elders te
verstoppen.
Trek:
De
Nederlandse gaaien blijven in Nederland in de
buurt van hun broedgebied. Geregeld zijn er in
het najaar 'invasies' van hoge aantallen gaaien
die in groepjes uit het Oost-, Midden- of
Noord-Europa (zoals in 2010) ons land bereiken.
Als ze op de kust stuiten, lijken ze zich over
het land te verspreiden. Zulke invasies vinden
tot nu gemiddeld eens in de acht jaar plaats. |