5990_140405
5994_140405
6000_140405
|
Info:
De tjiftjaf is een kleine, onopvallend
bruingeelgroen gekleurde vogel. In het voorjaar
en de vroege zomer bijna overal horen. De
tjiftjaf is (vooral) een bosvogel die houdt van
een rijke ondergroei; veel struikgewas en lage
bomen. Wordt in uiterlijk vaak verward met de
fitis, maar door het herhaald roepen van zijn
eigen 'tjif-tjaf' is snel duidelijk welke van de
twee het is.
De tjiftjaf is vooral te herkennen aan zijn
zang. Hij roept zijn eigen naam. Qua uiterlijk
lijkt hij sterk op de fitis, maar bevindt zich
vaker in hoger bos. De tjiftjaf heeft donkere
poten en kortere vleugels. Hij vliegt rusteloos
door de vegetatie en slaat tijdens het voedsel
zoeken langzaam met zijn staart. Een fitis doet
dit nooit.
Geluid:
Zingt zijn eigen naam. Roep meestal een oplopend
"fwiet", ook wel een dubbel "tsju-lie"
o.i.d.
Broedbiotoop:
Broedperiode van half april tot eind juni. Heeft
twee broedsels per jaar, met 5-6 eieren.
Broedduur 13-15 dagen. Het ovenvormige nest met
zij-ingang ligt goed verstopt in dichte
vegetatie, of vlak boven de grond. Het nest
wordt vervaardigd van droge bladeren, gras en
mos en van binnen met veertjes bekleed. Jongen
zitten 14-16 dagen op het nest en worden nog
10-14 dagen na uitvliegen gevoed.
Leefgebied:
Broedt op of nabij de grond in bossen en
allerlei halfopen landschappen met bomen en
struiken, inclusief stedelijk gebied. De
tjiftjaf heeft een voorkeur voor oudere
loofbossen en gemengde bossen, maar is eigenlijk
overal te zien waar bomen en struiken aanwezig
zijn. Dus ook in parken en tuinen, belangrijk is
wel dat de bodem bedekt is met dichte vegetatie.
Voedsel:
Insecten en hun larven. Dat kunnen muggen,
kevers of vliegen zijn. In het najaar doet hij
zich ook tegoed aan bessen en zaden, zoals die
van de bosbes, vlier, zwarte en gewone berk.
Foerageert rusteloos, kan ook insecten vangen in
vlucht.
Trek:
Trekt
grotendeels weg van begin augustus tot medio
oktober naar het zuiden om in Spanje en Portugal
of Noord-Afrika, vooral Marokko, te
overwinteren. Trekt vooral 's nachts. In Europa
trekt het vrouwtje verder zuidwaarts dan het
mannetje. Gaat tussen april en half mei weer
terug naar het broedgebied. |