0796_180425
0807_180425
0811_180425
0815_180425 |
Info:
Tapuiten zijn op de grond levende vogels van
duinen en heidevelden, in het buitenland ook van
droge graslanden, hoogvenen, rotsige hellingen
en toendra's. Tapuiten broeden in holen, vaak
een konijnenhol. Het uit insecten en ander klein
gedierte bestaande voedsel wordt liefst op
schaars begroeide, insectenrijke plaatsen
verzameld. Tapuiten zijn trekvogels en
overwinteren op de Afrikaanse savannen. Het gaat
niet goed met de tapuit in Nederland.
De tapuit is een opvallende, middelgrote
zangvogel van open gebied. De witte stuit en
witte staart met een omgekeerde zwarte 'T' erop
zijn belangrijke kenmerken. Mannetje heeft een
zwart masker en zwarte vleugels en is overwegend
grijs van boven en wit van onder. Vrouwtje is
onopvallender, meer beige, getekend. Ze hebben
een spitse insecteneterssnavel en tamelijk lange
poten. Zijn snelle lopers én vliegers.
Geluid: Korte, krassende zang met scherpe
fluittonen. Alarm scherpe tik.
Broedbiotoop:
Broedt van vanaf april tot juni. Heeft 1 of soms
2 legsels per broedseizoen met meestal 4-6
eieren. Ze broeden in konijnenholen. Broedduur
13-14 dagen. De jongen zitten zo'n 13-15 dagen
op het nest.
Leefgebied:
In Nederland broeden tapuiten in twee typen
landschap: langs de kust in de duinen en in het
binnenland op droge heiden en stuifzanden. Het
zijn open landschappen met een afwisseling van
korte vegetaties en open, zandige plekken. In
het verleden broedden tapuiten ook in agrarisch
cultuurland maar daar is de soort al enkele
decennia verdwenen.
Voedsel:
Het dieet
van de tapuit is divers en bestaat uit kleine
ongewervelde dieren, vooral insecten. In de
duinen vooral rozenkevers, kleine junikevers,
kniptorlarven, vlinderrupsen, vliegen, spinnen
en sprinkhanen. Via een tactiek van 'rennen-stoppen-pikken'
halen ze op gezicht en zelfs gehoor prooidieren
van de bodem en uit de bovenste bodemlaag.
Trek:
Trekt over
een breed front van de Europese broedgebieden
naar Afrika. Tapuiten uit Alaska trekken over
Azië naar Afrika; vogels uit Oost-Canada,
Groenland en IJsland trekken over de Atlantische
Oceaan en de Britse eilanden naar Afrika. Het is
de verst trekkende zangvogel voor zover bekend.
In Nederland trekken veel Scandinavische en
Groenlandse vogels door van april tot diep in
mei, in het najaar vooral augustus/september tot
in oktober. Ze trekken vooral 's nachts, waarbij
ze 300 kilometer per etappe afleggen. |