5099_130321
5103_130321
5105_130321
5108_130321 |
Info:
Een gedomesticeerde variant van de rotsduif (Columba
livia), die in ons land niet voorkomt. Ze kunnen
zich uitstekend handhaven in een stedelijke
omgeving. Als echte opportunisten weten ze
voedselbronnen te benutten en jongen groot te
brengen. Het verenkleed van stadsduiven is zeer
variabel.
De stadsduif leeft in groepen. Hun verenkleed is
zeer variabel. Sommige stadsduiven hebben
vrijwel precies het kleed van de wilde voorvader
van alle stadsduiven, de rotsduif. Andere zijn
geheel wit of glanzend grijsgroen, om enkele van
de vele mogelijkheden te noemen.
Geluid:
Zeer laag, ritmisch gekoer, lijkt wel wat op dat
van holenduif.
Broedbiotoop:
Broedt bijna het hele jaar door. Heeft meestal
twee tot vier legsels per jaar met elk meestal 2
eieren. Dat kunnen ook zeven legsels zijn.
Broedperiode 17 dagen. Na 35-37 dagen zijn de
jonge vogels vliegvlug. Deze duiven bouwen een
slordig nest. Nestelen vaak op harde ondergrond
zoals vensterbanken, zolders, verandakasten en
balkons. Ze hebben een voorkeur voor donkere
plaatsen.
Leefgebied:
Stadsduiven komen vooral in het stedelijk gebied
voor, waar ze met name broeden op randen en
richels van gebouwen en bruggen. Ze kunnen
echter tot enkele kilometers buiten de stad
foerageren op akkers met granen maar ook op
andere gewassen.
Voedsel:
Ze eten graag zaden, maar in stedelijk gebied is
zwerfafval (zoals patat en brood) een
belangrijke voedselbron.
Trek:
De stadsduif is een echte standvogel. |