6762_170509
6764_170509
6821_170509
6839_170509 |
Info:
De sprinkhaanzanger dankt zijn naam aan de zang
van het mannetje; een voortdurend rinkelend
geluid dat sprekend lijkt op dat van een
sprinkhaan. Dat is meteen het enige dat
opvallend is aan deze riet- en ruigtebewoner.
Sprinkhaanzangers zijn erg onopvallend gekleurd
en leven verborgen. Ze houden er niet om uit de
dekking van de vegetatie te komen.
Sprinkhaanzangers zijn niet zo kieskeurig
wanneer het hun leefgebied betreft; als het maar
nat en ruig is.
Best te herkennen aan zijn zang. Qua uiterlijk
past hij prima tussen alle rietvogels met
overwegend bruine bovendelen. Op de rug heeft
hij zwarte strepen en de vleugels zwarte
vlekken, de onderzijde is heel zwak gevlekt op
borst en flanken. De onderstaart dekveren zijn
donker gevlekt. Geen verschil tussen mannetje en
vrouwtje, maar man heeft zwartere snavel.
Geluid: Het belangrijkste kenmerk: de zang is
een insectachtige, mechanische ratel, hoger dan
van snor.
Broedbiotoop:
Zingt vanaf begin april tot in augustus. Broedt
vanaf ongeveer half mei tot midden juli. Vaak
twee legsels met 5-6 eieren. Broedduur 12-15
dagen. Nest is een dik kommetje van grassen en
bladeren, dat op of vlak boven de grond wordt
gebouwd in dichte vegetatie. Jongen 12-13 dagen
op het nest. Nog 10 dagen blijven ze als familie
bij elkaar.
Leefgebied:
De sprinkhaanzanger broedt in natte
ruigtevegetaties in open gebieden, en verder is
hij niet heel kieskeurig: komt voor in vochtige
rivieroevers, ruige duinbegroeiing, jonge
bomen/aanplant na kaalslag in bos en soms ook
heide met veel ruigte.
Voedsel:
Voornamelijk niet-vliegende insecten, spinnen
e.d.. Foerageert laag in de vegetatie,
lopend/kruipend over de grond, als een muis.
Trek:
De
sprinkhaanzanger is een lange-afstandstrekker,
en overwintert in Midden-Afrika (ten zuiden van
de Sahara). Door zijn sluwe gedrag en
geheimzinnige voorkomen is nog niet precies
bekend waar hij overwintert. Grofweg zitten ze
van zuidwest Mauritanië en Senegal verder
zuidelijk tot Sierra Leone en het noorden van
Liberia en oostelijk tot zuidelijk Mali en
noord-Ghana. De populaties van de Kaukasus
overwinteren in noordoost Afrika (Ethiopië) en
de Russische vogels in India. Nachttrekker.
Najaarstrek van augustus-oktober, voorjaarstrek
maart-april. Komt vanaf begin april aan in de
broedgebieden in Nederland. |