Roodmus, Common Rosefinch, Erythrina erythrina

6020_150531

6033_150531

6506_150616

6509_150616
Info:
De mannetjes van deze in Nederland zeldzame broedvogel zijn zeer fraai om te zien. Ze zijn fel rood gekleurd en hebben een kenmerkende zang. Onvolwassen mannetjes zingen ook, maar zijn net zoals vrouwelijke vogels bruinig. Roodmussen kom je in Nederland vooral tegen aan de kust en hoor je vaak eerder dan dat je ze ziet. Zodra er gebroed wordt en het mannetje stopt met zingen lijken de vogels verdwenen.

Een stevige vogel met postuur van een goudvink, en een korte, dikke, grijze snavel. Bij volwassen mannelijke vogels zijn de kop, borst en stuit roodgekleurd met een lichte buik. Vrouwelijke en onvolwassen vogels zijn weinig kenmerkend: ze hebben geen rood in het verenkleed en zijn olijfbruin tot grijsbruin gekleurd. Jonge vogels hebben twee beige vleugelstrepen en iets meer zwart in de vleugel. Ze hebben kenmerkend, nagenoeg ongetekend "gezicht".

Geluid: Opvallende zang, met name vanwege de Engelstalige ezelsbrug "pleased to meet you". Roep herinnerend aan groenling of sijs, een stijgend "tjuuiiehh", maar heser.

Broedbiotoop:
Broedt vanaf (eind) mei tot augustus, is een van de laatste soorten die aankomt in zijn broedgebied. Mannetje heeft klein territorium, en zoekt voedsel hier vaak buiten, tot 3 km ver. Heeft door de korte periode tijd voor 1 legsel met 4-6 eieren. Broedduur 11-14 dagen. Vrouwtje maakt een goed verborgen slordig nestje meestal zo rond 1-2 meter van de grond in struiken. Na 10-13 dagen vliegvlug. Verlaten het nest voor ze kunnen vliegen. Worden dan nog 2 weken gevoerd.

Leefgebied:

Broedt voornamelijk in open gebied met her en der bomen en struiken, geregeld ook op vochtige plaatsen. In Nederland vooral te vinden in duinen, en af en toe ook in moerasgebieden met veel wilgen. 
 
Voedsel:
Foerageert vooral op de grond en is soms in gemengde groepen met andere vinkachtigen te vinden. Eet vooral zaden (o.a. van koolzaad).
 
Trek:
In Nederland onopvallende doortrek, omdat de Europese populatie zuid-oostelijk wegtrekt richting Oezbekistan en Turkmenistan. Roodmussen overwinteren bijna allemaal in India en Zuidoost-Azië. De soort trekt voornamelijk 's nachts maar in het voorjaar ook wel overdag, zowel alleen als in kleine groepjes en in gebieden waar hij veel voorkomt soms wel in grote groepen tot 200 vogels. De volwassen vogels vertrekken eerder dan de jongen. 
 
(info van Vogelbescherming.nl)