6901_140423
6910_140423
6912_140423
7042_140425 |
Info:
De rietzanger is een vogel van rietlanden en
andere oevervegetaties en bouwt zijn nest
meestal in landriet. Zijn ideale leefomgeving
bestaat uit een combinatie van jong en overjarig
riet en een dichte, deels hoog opschietende
kruidlaag. Hij eet insecten die hij laag in de
dichte vegetatie verzamelt. De rietzanger is een
trekvogel en overwintert ten zuiden van de Sahel.
Rietzangers laten zich goed zien tijdens het
zingen. De mannetjes klimmen tot in de top van
een rietstengel en voeren vaak een korte
zangvlucht uit, waarna ze als een parachuutje
weer neerdalen.
De rietzanger is een beweeglijke vogel. Hij is
niet schuw en daardoor meestal goed te zien.
Heeft een geelbruin verenkleed met een
opvallende lichte wenkbrauwstreep en donker
gestreepte kop en rug. In uiterlijk daardoor
goed te onderscheiden van de kleine karekiet.
Borst, flanken en stuit zijn niet gestreept.
Zingt vanuit de vegetatie en tijdens zijn vlucht
laag boven het riet.
Geluid: De rietzanger heeft een wilde zang vol
imitaties van andere vogels, maar altijd
herkenbaar aan het krassende karakter. Heel
anders dan het ritmische staccato van de kleine
karekiet. Begin mei zingen rietzangers vrijwel
de hele dag onvermoeibaar door. Later in de
maand verstomt de zang als de vogels druk zijn
met broeden. In juni leeft de zang even op.
Broedbiotoop:
Broedperiode ligt tussen eind april en begin
juni. Heeft één, soms twee broedsels per jaar en
legt meestal 4 tot 7 eieren die het vrouwtje in
13 tot 15 dagen uitbroedt. Beide ouders voeren
de jongen. De rietzanger heeft een nest laag
boven de grond in het riet. Het nest hangt niet
tussen het riet zoals bij de kleine karekiet. De
jongen zitten 10-13 dagen op het nest en zijn
drie weken na uitvliegen zelfstandig.
Leefgebied:
De rietzanger heeft een vrij gevarieerd
leefgebied bij het water zoals laagveenmoerassen
met overjarig riet, rietruigtes op opgespoten
terreinen, oevervegetaties met veel overjarig
riet, veenmosrietlanden en vochtige, ruige
duinvalleien.
Voedsel:
Eet
insecten, spinnen en andere ongewervelden zoals
kleine slakken, wormen. Buiten het broedseizoen
eet hij soms plantmateriaal (zaad van zeggen
o.a.).
Trek:
Trekt vanaf begin augustus tot eind september
naar het zuiden en overwintert ten zuiden van de
Sahara, waar de gehele populatie van rietzangers
verblijft. Vliegt waarschijnlijk over zeer grote
afstanden van de ene naar de andere tussenstop.
Trekt tussen april en eind mei weer terug naar
het broedgebied. |