4553_150330
4556_150330
4557_150330
4561_150330 |
Info:
De naam van de oeverpieper is wat misleidend; de
soort komt vooral voor aan de kust, bij zout
water, in kwelders en langs pieren en dijken. Je
vindt hem vooral in het Deltagebied en langs de
Waddenzee. In het binnenland zie je langs oevers
vooral waterpiepers. De oeverpieper heeft een
vrij donker verenkleed met weinig contrast. Elke
winter komen enkele 1000-en vogels uit
Scandinavië naar Nederland om aan de kust te
overwinteren.
Vrij krachtig gebouwde pieper met donkere poten
en een vrij lange en donkere snavel. De
bovendelen zijn bruingrijs met vage
olijfkleurige tint en vage donkere strepen. De
onderdelen zijn vuilwit met donkere streping en
de buitenste staartpennen zijn grijs-wit. De
wenkbrauwstreep is kort en vrij onduidelijk.
Geluid:
Roep is een kort, hees "psist", iets
zuiverder dan die van waterpieper, en vaak
ietsje oplopend en hoger van toon.
Leefgebied:
Komt vooral voor langs de kust op kwelders, maar
ook op pieren, in havens, langs basaltblokken,
dijken en soms kiezelstrandjes. Met name in
Delta en Waddenzee. Broedt op rotsachtige
zeekust en eilanden met lage vegetatie.
Broedbiotoop:
Begint van midden maart - augustus, afhankelijk
van hoe noordelijk de vogel een nest maakt.
Heeft vaak 2 legsels met 4-5 eieren. Broedduur
14-15 dagen. Het vrouwtje maakt het nest. Dat is
een kommetje van gras, stengels, bladeren en
zeewier, lichtjes bekleed met fijner materiaal.
Het nest bevindt zich in de spleet van een klif,
of in kleine holte op een oever of op een met
gras begroeide helling, ook wel onder een rots
of een klont van vegetatie. Het vrouwtje broedt
de eieren uit, soms geholpen door de man. Beide
ouders voeren de jongen. Jongen zijn na 16 dagen
vliegvlug.
Voedsel:
Allerlei
ongewervelden die tussen rotsen worden gepikt.
Ook af en toe zaadjes op slikplaten.
Trek:
De
ondersoort petrosus, broedvogel op de Britse
eilanden, trekt niet veel, de Scandinavische
ondersoort littoralis trekt van het noorden om
langs de Nederlandse kust te overwinteren, tot
Bretagne (Frankrijk), en enkelen tot de Spaanse
en Portugese kust. Keert vanaf maart weer terug
naar het noorden. Trekt voornamelijk overdag, in
de periode september-november en maart-april. |