8751_151025
8755_151025
8762_151025
8782_151025 |
Info:
De kuifmees is een bijna endemische Europeaan:
de verspreiding is vrijwel beperkt tot Europa.
Dat komt niet veel voor in de vogelwereld. De
prachtige kuif wordt bij opwinding nog verder
opgezet. Kuifmezen zijn nogal territoriale
vogels die het gehele jaar in hun broedgebied
verblijven. Alleen jonge vogels vormen in de
winter zwervende groepjes. In het voorjaar
zoeken ze alsnog een eigen territorium, waar ze
de rest van hun leven blijven. De kuifmees heeft
misschien wat onverwachte vijanden: spechten
zijn dol op mezeneieren en schromen niet een
nestje kuifmezen op te eten.
Bovendelen bruin en onderdelen vuilwit. Markante
zwart-witte koptekening en opvallende spitse,
driehoekige kuif die kan worden opgezet. Geen
verschil tussen mannetje en vrouwtje.
Geluid:
Typisch mezengeluid, maar door scherpe,
bibberende geluid herkenbaar. Zang een
combinatie van roepjes, schel, ratelend "brr-dr-dr-dr",
en af en toe en hoog "zi-zi-zu-zi".
Leefgebied:
Door dennen gedomineerde naaldbossen zijn
favoriet.
Broedbiotoop:
Broedt in naaldbossen waar het vrouwtje vooral
naar dode berkenbomen zoekt, om een nestholte
uit te hakken; daarvoor moet het hout wel zacht
genoeg zijn. Vanaf half april tot juli worden 1
a 2 legsels bebroed met 4 - 8 eieren, tot soms
wel 11. Na 13 - 18 dagen komen de eieren uit, 16
- 22 dagen later zijn de jongen vliegvlug, en
worden daarna nog 23 - 25 dagen gevoed door de
ouders.
Voedsel:
Voedsel
voornamelijk insecten en andere ongewervelden,
maar schakelt in de winter ook over op zaden van
naaldbomen, en eventueel ook andere bomen (wilg,
populier) en bessen van meidoorn en lijsterbes.
Foerageert vaak rusteloos hoog in de bomen, van
boomtop naar boomtop vliegend.
Trek:
Standvogel en verspreidt zich eigenlijk alleen
vanaf de nazomer en in de winter, als jonge
vogels kleine groepjes vormen. |