1136_140912
1138_140912
1140_140912
1145_140912 |
Info:
Kauwen zijn zwarte gedrongen vogels met
zilvergrijze kopzijden. Deze intelligente soort
leeft in groepen. Binnen groepen kauwen bestaat
een uitgebreide sociale structuur met een
pikorde, intriges en altijd zijn er 'verliefde'
stelletjes te onderscheiden als ze aan het
foerageren zijn. De paarband tussen kauwen duurt
een leven lang en de vogels zijn bijna altijd
onafscheidelijk.
Kleine kraai vogel met een zwartgrijs
verenkleed, een lichtgrijze nek en achterhoofd.
Kauwen hebben een opvallende lichte iris. Heeft
verder een stevige, relatief korte donkere
snavel en een vrij lange staart. Vliegt met
snellere vleugelslagen dan zwarte kraaien en
roeken in doorgaans iets dichtere groepen.
Geluid:
Zeer gevarieerd. Meest kenmerkend explosief
"ka!".
Leefgebied:
Broedt
(schaars) in bossen met grote holen, in open
duinen op de Waddeneilanden, maar vooral in
bebouwde omgeving. In het voetspoor van mensen
weet de kauw zich goed te redden.Verder zijn ze
te vinden in het kleinschalig cultuurlandschap,
op akkers en kleinschalige weiden en in kleinere
bossen. 's Winters in grote groepen op het
platteland te zien.
Broedbiotoop:
Broedt van april - juni. Heeft meestal 1 nest
van 3-8 eieren (meestal 4). Broedduur 17-19
dagen. Kauwen broeden graag in elkaars nabijheid
in losse kolonies. Het nest wordt gemaakt in
holten van bomen, oude nesten van zwarte
spechten, bosuilennestkasten, maar ook onder
dakpannen, gaten in muren en in schoorstenen. Ze
broeden zelfs ook in konijnenholen. Jongen
zitten 30-35 dagen op het nest en worden zo'n 4
weken na uitvliegen nog gevoerd door de ouders.
Voedsel:
Kauwen
zijn alleseters: van insecten, slakken, wormen,
knoppen, zaden, bessen tot patatresten en
kadavers. Wordt vooral op de grond gezocht.
Trek:
Nederlandse broedvogels zijn het gehele jaar
hier ter plaatse. Groepen Scandinavische en
Oost-Europese kauwen overwinteren onder andere
in Nederland en komen vanaf de tweede helft van
oktober naar Nederland; als trekvogel overigens
sterk afgenomen. Daartussen bevinden zich soms
ook de ondersoorten Noordse en Russische kauwen.
In maart/april vertrekken ze weer. Dagtrekker,
maakt gebruik van thermiek en trekt vaak met
roeken. |