0074_120821
0085_120821
0023_070727
0029_070727 |
Info:
De huiszwaluw bouwt van klei en zand een
komvormig nest tegen rotswanden. Maar huizen van
baksteen en beton voldoen prima en de huiszwaluw
is bij ons dan ook een echte cultuurvolger
geworden. Huiszwaluwen eten enorme hoeveelheden
muggen en andere vliegende insecten, die in
volle vlucht worden gevangen. Huiszwaluwen zijn
lange-afstandstrekkers die helemaal naar
tropisch en zuidelijk Afrika vliegen om te
overwinteren.
Bovenzijde is zwart met een opvallende witte
stuit. Onderzijde geheel wit, tot aan snavel.
Schouderveren iets blauwglanzend. De korte
staart heeft de voor zwaluwen kenmerkend
gevorkte vorm. Korte stompe snavel, de poten
zijn kort en wit bevederd. De huiszwaluw vliegt
meer fladderend dan boerenzwaluw.
Geluid: Ingetogen, borrelende, kwetterende zang.
Raspende roep.
Leefgebied:
Vooral in open gebied, in de omgeving van
allerlei typen gebouwen en bruggen, die voor de
huiszwaluw als alternatieve rotspartijen kunnen
dienen. Maakt nesten tegen de gevel. Vooral op
waterrijke plekken wordt naar voedsel gezocht.
Daar houden de grootste aantallen vliegende
insecten (muggen) zich op.
Broedbiotoop:
Broedt in
kolonieverband, heeft 1-2 legsels per jaar met
elk 4-5 (soms 2-6) eieren. Eileg van half mei
tot begin augustus. Broedduur 13-16 dagen. Het
nest wordt gemetseld van klei en zand, met een
kleinere opening dan de nesten van de
boerenzwaluw. De jongen zitten 23-30 dagen op
het nest. Soms langer bij slecht weer of een
groot broedsel.
Voedsel:
De huiszwaluw eet verschillende vliegende
insecten (vooral muggen, die meestal op grotere
hoogte worden gevangen dan waarop de
boerenzwaluw jaagt.
Trek:
Huiszwaluwen trekken in grote groepen tussen
eind juli en oktober weg in zuidelijke tot
zuidoostelijke richting, via Frankrijk en Italië
naar tropisch Afrika. Tussen half april en juni
keren zij terug, met een piek in mei. |