0927_130424
4636_120323
4643_120323
6020_130424 |
Info:
De houtduif is de grootste en ook de meest
voorkomende duif van Nederland. Hij komt in
steden voor in tuinen en parken maar ook in het
buitengebied op akkers. Meestal zijn ze op de
grond naar voedsel aan het zoeken of zitten ze
in een boom luid te koeren. Bij het opvliegen
maken ze nogal wat kabaal doordat de vleugels
boven en onder het lichaam tegen elkaar klappen.
Grootste duif van ons land. De adulte houtduif
heeft een witte vlek in de nek, een brede roze
borst en een zeer kenmerkende witte streep op de
vleugels, die goed zichtbaar zijn tijdens de
vlucht. Door die witte vleugelstreep is de
houtduif op grotere afstand gemakkelijk te
onderscheiden van de stadsduif en holenduif.
Jonge houtduiven missen de witte halsvlek.
Geluid:
Laag, zwaar gekoer.
Leefgebied:
Houtduiven komen voor in vrijwel het hele land,
zij ontbreken alleen in de meest boomloze
landschappen. Zij broeden in uiteenlopende
biotopen, van tuinen en parken tot bossen. Voor
hun voedsel bezoeken ze daarnaast ook vaak
akkers, waar graanresten te vinden zijn. Hoewel
zij in het broedseizoen vaak solitair zijn,
kunnen ze buiten het broedseizoen in grote
groepen worden aangetroffen. In herfst en winter
soms massaal in eikenbossen om eikels te eten.
Broedbiotoop:
De houtduif kan eigenlijk het hele jaar tot
broeden komen, voornamelijk in het voorjaar en
de zomer. Kan drie legsels per jaar hebben met
meestal 2 eieren. De late legsels zijn in de
regel succesvoller doordat de nestpredatiedruk
dan minder is. Houtduiven maken rommelige nesten
van wat takken, die nog wel eens uit een boom
komen vallen. Daarna maken zij weer een nieuw
nest. Broedduur 16-17 dagen. De jongen zitten
28-29 dagen op het nest, vanaf 35 dagen volledig
vliegvlug.
Voedsel:
Op het menu staat voornamelijk plantaardig
materiaal, zoals zaden, knoppen en bladeren. Net
als oogstresten (granen) zijn deze te vinden op
akkers, maar ook in de bebouwde omgeving is
voldoende voedsel te vinden. Zoals in tuinen,
maar ook rondslingerende etensresten zijn in
trek. Jongen worden de eerste week gevoed met
'duivenmelk' uit de krop van de ouders.
Trek:
De meeste broedvogels in ons land zijn
standvogels, maar een klein deel trekt weg
richting Frankrijk en Spanje. In de winter komen
er in Nederland ook houtduiven bij uit Duitsland
en de Scandinavische landen, een deel blijft
hier tot in april. |