Heggenmus, Dunnock, Prunella modularis

5563_140417

4781_120325

4785_130319

0135_180318
Info:
De heggenmus is een van de meest voorkomende broedvogels van ons land, maar toch bij velen onbekend. Dit komt door zijn verborgen bestaan in en onder struiken en heggen. Heggenmussen vliegen niet vaak en scharrelen vooral over de grond om voedsel te zoeken.

De heggenmus heeft een onopvallend bruingrijs verenkleed. De tekening van de rug lijkt veel op die van een huismus, waarbij de heggenmus vooral te herkennen is aan de blauwgrijze kop en borst en de spitse snavel. Is vaak op de grond te vinden, waar heggenmussen als een muis op zoek zijn naar voedsel. In het voorjaar zingt het mannetje al vroeg vanaf de top van een struik of boom.

Geluid: Helder, metalig liedje.

Leefgebied:

Heggenmussen zijn gebonden aan plekken met struiken en heggen. Dit kan op allerlei terreinen zijn, zoals bossen, houtwallen, tuinen, parken en kleinschalige landbouwgebieden. Ze komen dan ook in het hele land voor als broedvogels, hoewel zij in de grote open landbouwgebieden in Groningen en Friesland ontbreken. Het meest talrijk zijn heggenmussen in steden en dorpen, waar zij veelvuldig voorkomen in tuinen.
 
Broedbiotoop:
Broedt van eind april tot in augustus. Heeft jaarlijks twee, soms drie legsels met elk 3-6 eieren. Broedduur 11-13 dagen. Heggenmussen hebben een bijzonder liefdesleven, waarbij zowel de mannetjes als de vrouwtjes meerdere partners kunnen hebben. Het is ook geen uitzondering dat meerdere mannetjes helpen om de jongen uit een nest groot te brengen. Het nest wordt zelden hoger dan op 2 meter gemaakt in een heg of struik. De jongen zitten 11-13 dagen op het nest en worden 14-17 dagen na het uitvliegen door de ouders gevoerd.
 
Voedsel:
Op het menu staan insecten, spinnen en andere kleine bodemdiertjes die ze scharrelend op de grond bij elkaar zoeken. In de winter vullen zij dit aan met kleine zaden.
 
Trek:
De Nederlandse heggenmussen zijn voornamelijk standvogel, maar in de winter groeit de populatie met vogels uit Scandinavië en noordelijke Duitsland. Een deel trekt door richting Frankrijk, maar een groot deel blijft ook in ons land. In het najaar is de doortrek vooral te merken in het binnenland. Trekt zowel 's nachts als overdag. Vliegt hoog, in zeer losse groepen. 
 
(info van Vogelbescherming.nl)