5928_130424
5950_130424
5952_130424
5956_130424 |
Info:
Halsbandparkieten zijn knalgroene en
luidruchtige vogels, afkomstig uit India en
Centraal-Afrika. Het gaat in Nederland
oorspronkelijk om ontsnapte en losgelaten
kooivogels die verwilderd zijn en populaties
hebben gevormd. Halsbandparkieten zijn
holenbroeders, die ook in nestkasten broeden.
Concurrentie met kauwtjes, spechten en uilen om
beschikbare broedholten lijkt slechts in geringe
mate te spelen. Het broedsucces lijkt vrij laag.
Heldergroen met donkerdere slagpennen. Mannetjes
hebben daarnaast ook een zwarte kin- en keelvlek
en een zwarte lijn over de hals lopen die
uitloopt in een oranjeroze halsband op het
achterhoofd. Zeer korte, scherp omlaag gebogen
haaksnavel (kleine papegaaiensnavel).
Luidruchtig en slaapt in de winter in grote
groepen in bomen.
Geluid:
Krijsend.
Leefgebied:
Stadsparken en tuinen zijn in Nederland veruit
favoriet. Het nest wordt in een solitaire boom
gemaakt, vaak in een oud spechtenhol op flinke
hoogte. De halsbandparkiet is in Nederland voor
een zeer belangrijk deel afhankelijk van
bijvoedering, zonder die hulp zouden
halsbandparkieten de voedselschaarste in de
winter niet overleven. Daarom komen zij buiten
de stedelijke gebieden niet veel voor.
Broedbiotoop:
Broedt
tussen januari en juni. De halsbandparkiet
broedt in los kolonieverband en heeft 1 legsel
per jaar met 3 of 4 eieren (soms 6). Broedduur:
22-24 dagen. Ze broeden in natuurlijke holen in
oude platanen of andere loofbomen, ook in
spechtenholen. De jongen zitten 49-50 dagen op
het nest.
Voedsel:
Het voedsel bestaat uit zaden, vruchten en
vooral pinda's.
Trek:
Halsbandparkieten zijn in Nederland standvogels.
Vooral buiten het broedseizoen zoeken
halsbandparkieten elkaar op in slaapbomen, daar
kunnen ze in zeer grote groepen bijeen komen. |