0110_180318
0119_180318
0192_180324
3170-6_080510 |
Info:
De meest algemene specht van Nederland. Zowel
mannetje als vrouwtje roffelen op takken met een
korte snelle roffel om territorium en paarband
te versterken. Grote bonte spechten hakken in
bomen een nestholte uit met een rond gat. Ze
hebben een voorkeur voor zachte houtsoorten,
zoals berken. Spechten kunnen op die manier
hakken doordat de hersenen in een soort
schokdempers zijn ingekleed. In de nestholte
worden de eieren gewoon op het hout gelegd.
Zwart-witte vogel met een rode 'broek'. In de
vlucht vallen de grote witte schoudervlekken op.
Het mannetje heeft een rode vlek op het
achterhoofd. Deze ontbreekt bij het vrouwtje.
Jonge spechten hebben een rood petje en worden
daarom soms aangezien voor een middelste bonte
specht. Maar het rood van de middelste is een
tint lichter en de middelste bonte specht heeft
een meer wit 'gezicht, zo ontbreekt er een
zwarte rand langs de kruin. De grote bonte
specht heeft de voor spechten kenmerkende
golvende vlucht. Hun roffel en hun roep ('tsjik')
is vaak te horen in oudere bossen, parken en
tuinen.
Geluid is een luide, maar relatief korte roffel. Roept vaak
een luid Tsjik.
Leefgebied:
Broedt overal waar bomen zijn: in bos, park of
tuin. Loofbossen en gemengde bossen met een
diverse opbouw (jonge en oude bomen, dicht en
open bos) zijn favoriet. Het nest wordt
uitgehakt in een wat zachtere boomsoort, vanaf
enkele meters hoogte aan te treffen. Klimt over
dikke takken of tegen de stam van een boom op,
op zoek naar voedsel tussen de schors of de
bast. Roffelt al vroeg in het voorjaar om zijn
territorium veilig te stellen. Past zich
makkelijk aan aan omstandigheden, koloniseert
nieuwe gebieden met geschikte nestbomen en kan
dichtbij mensen broeden.
Broedbiotoop:
Broedt vanaf begin april. Heeft 1 legsel met
meestal 5-7 eieren. Gebruikt jaarlijks een
nieuwe nestplek, door zowel man als vrouw
uitgehakt. De eieren worden op het hout in de
nestholte gelegd. De eieren zijn crèmewit van
kleur. Broedduur: 10-12 dagen. Het nest wordt
een in zachte boomsoort uitgehakt. De jongen
zitten 20-23 dagen in het nest. Zowel man als
vrouw broeden de eieren uit. Als de jongen zijn
uitgevlogen worden ze verdeeld door de ouders en
nog zo'n 10 dagen verzorgd.
Voedsel:
Ze eten in het voorjaar en de zomer insecten. In
de wintermaanden dwalen ze rond op zoek naar
voedsel en komen steeds vaker terecht op
voedertafels in tuinen. In naaldbossen eten ze
's winters de zaden van kegels van sparren en
dennen. Grote bonte spechten eten ook wel eieren
en jongen van andere vogels.
Trek:
Grote bonte spechten zijn het gehele jaar in de
omgeving van hun broedgebied aanwezig, hoewel ze
in de winter wel een ruimer gebied gebruiken op
zoek naar voedsel. Bij die omzwervingen komen
deze spechten ook regelmatig in (stads)tuinen
terecht. Jonge spechten zwerven rond in het
najaar, van augustus tot in oktober worden soms
trekkende spechten gezien. |