1800_130712
9873_130717
9888_130717
9890_130717 |
Info:
Fazanten zijn prachtig gekleurde vogels -
althans, de mannetjes. De vrouwtjes zijn
bijzonder goed gecamoufleerd. De fazant komt van
nature voor in Europa, maar niet in de
West-Europese landen. Het gebied tussen Georgië,
Armenië, Azerbeidzjan en van Vietnam tot in
Noord-Korea vormt het oorspronkelijke leefgebied
van de fazant. De Romeinen waardeerden de fazant
om zijn vlees en zorgden ervoor dat de soort
zich over grote delen van Europa verspreidde. De
groei van het Europese fazantenbestand vond
later plaats. Vooral ten behoeve van de
plezierjacht werden vanaf de 18e eeuw grote
aantallen fazanten gefokt en losgelaten. Dit is
in Nederland verboden, maar gebeurt illegaal nog
wel. De fazant komt van nature voor in
laaglandbossen, waar hij is gespecialiseerd in
het vangen van insecten, hagedissen en soms
muizen, zaden en aas op de bosbodem. De in
Nederland voorkomende fazant is een mix van
verschillende ondersoorten en varianten, die in
het Aziatische broedgebied voorkomen.
Haan roept luid "Kok-k!" en fladdert
daarbij met vleugels. Daarnaast nog diverse
zachte, kipachtige geluiden door beide
geslachten.
Leefgebied:
Fazanten
kunnen in uiteenlopende leefgebieden voorkomen.
In Europa geven fazanten de voorkeur aan een
afwisseling van ruigte met open (gras)landen
akkers. Fazanten mijden dichte bossen. De vogels
hebben een grote voorkeur voor gebieden met
voldoende reliëf (zoals bijvoorbeeld de duinen).
Broedbiotoop:
Fazanten hebben een lang broedseizoen, van maart
tot en met juni. De vogels leven in een
haremstructuur, waarbij een mannetje vaak
meerdere vrouwtjes bevrucht. Het nest wordt goed
verscholen gemaakt. Eén legsel met 10 tot 14
eieren. Broedduur 22 - 27 dagen. De goed
gecamoufleerde vrouwtjes broeden de eieren uit.
De jongen verlaten meteen na uitkomen het nest
en volgen het vrouwtje en de andere jongen. Wel
zoeken ze meteen hun eigen voedsel.
Voedsel:
In het
oorspronkelijke leefgebied eten fazanten vooral
plantaardig voedsel: vruchten, bessen, gras en
knoppen. In het voorjaar ook wel insecten. In
cultuurland profiteren fazanten van
landbouwgewassen (vooral granen) en oogstresten.
In West-Europa, waar fazanten voor jacht zijn
geïntroduceerd, blijken fazanten veel
opportunistischer te zijn. Ze eten 'wat ze
pakken kunnen' en zijn minder selectief dan in
het oorspronkelijke leefgebied. Fazanten zoeken
hun voedsel vooral rond zonsopkomst en
zonsondergang.
Trek:
Fazanten
in Europa zijn standvogels en blijven jaarrond
in het broedgebied. Wel vormen zich in de winter
soms grotere groepen. In het oorspronkelijke
leefgebied komen wél trekbewegingen voor. Bij
strenge vorst trekken met name mannelijke vogels
weg naar het zuiden. Maar ook hierop zijn
uitzonderingen: fazanten in Mongolië zijn,
ondanks temperaturen van minder dan -40C,
volledige standvogels. |