8751_151025
8755_151025
8762_151025
8782_151025 |
Info:
De beflijster is een schaarse doortrekker, die
sterk op een merel lijkt, maar met witte
borstband. De broedgebieden liggen in
Scandinavië, Schotland, Wales en berggebieden in
Zuid- en Centraal-Europa. De grootste kans om
een beflijster te zien, is tijdens de
voorjaarstrek; dan verblijven honderden vogels
op de Waddeneilanden en elders in het land,
meestal in kleine groepjes. Beflijsters houden
zich ook op in groepen van andere doortrekkende
lijsterachtigen, zoals koperwieken en
kramsvogels.
Zwart verenkleed met een witte halvemaanvormige
band. De vleugelveren hebben lichte randen,
zodat beflijsters in vlucht een lichtere vleugel
hebben dan merels. Onvolwassen vogels hebben een
veel minder duidelijke witte bef. Vrouw en man
lijken op elkaar, maar man is wat zwarter en de
witte bef is duidelijker. De witte bef is
nauwelijks zichtbaar bij eerste winter man en
nog minder bij eerste winter vrouw. Snavel van
adulte vogels is geel met donkere punt. De
beflijster heeft geen gele oogring zoals de
adulte merel.
Geluid: Harde, tikkende roep, lager dan merel.
Ook kramsvogelachtige geluiden. Zang in
Nederland zelden te horen, eenvoudig en
lijsterachtig.
Leefgebied:
Op doortrek kunnen beflijsters aangetroffen
worden in allerlei graslanden, bosranden, heide
en duinen, met voldoende beschutting. Hier
houden zich veel bodemdieren op, waar de
beflijster van profiteert. Zelden in parken en
tuinen. Beflijsters zijn broedvogels van
bergachtige gebieden en natte heiden, meestal
erg rotsachtig en met een zeer spaarzame
begroeiing.
Broedbiotoop:
In Nederland is nog nooit een zeker broedgeval
vastgesteld. In het Scandinavisch broedgebied
broeden ze vanaf begin mei. Meestal 4-5 eieren
en één legsel (soms twee als het eerste
mislukt). Het nest wordt op de grond gemaakt,
bij voorkeur onder een overhangend stuk steen.
Broedduur 13-14 dagen. Jongen vliegen na 14-16
dagen uit.
Voedsel:
Voornamelijk ongewervelde bodemdieren, onder
meer regenwormen, kevers, vliegenlarven, spinnen
en oorwurmen. In de herfst en winter ook
bessen..
Trek:
Tussen eind maart en mei trekken beflijsters
door Nederland, vanuit het Middellandse
Zeegebied en Noord-Afrika trekken ze naar
Noorwegen en Groot Brittannië en zijn dan
pleisterend te zien in kleine groepjes. Ze
trekken meer westelijk in het voorjaar.
Najaarstrek in omgekeerde richting loopt van
half september tot begin november, maar is
minder goed waarneembaar. Beflijsters houden
zich ook op in groepen van andere doortrekkende
lijsterachtigen, zoals koperwieken en
kramsvogels. |