6934_140423
6945_140423
6957_140423
6963_140423 |
Info:
De baardman is een rietvogel. Het mannetje heeft
karakteristieke ‘bakkebaarden’. Het heldere
bellende roepje is te horen vanuit het riet. In
de winter zwerven baardmannen rond en kunnen dan
ook gevonden worden in kleinere rietvelden.
Buitelend tussen de riethalmen verzamelt deze
behendige kleine vogel insecten.
De baardman heeft een oranjebruine kleur en een
lange staart. Het mannetje heeft opvallende
baardstrepen en een grijze kop. Juveniel meer
als vrouwtje maar dan met een zwarte rug.
14-15,5 cm.
Roep is bellend, helder en ver dragend. Vaak in
combinatie met korte, zachtere tikgeluiden. In
vlucht en in zit te horen, ook van trekkende
groepjes. Zang eenvoudig, doorspekt met roepen.
Leefgebied:
Broedt in
uitgestrekte rietvelden met veel jong riet,
langs rivieren en meren. Zwerft in de winter in
groepjes en kunnen dan ook worden gevonden in
kleinere rietvelden.
Broedbiotoop:
Broedt van
eind maart - april en heeft 2 en soms 3 legsels
met meestal 5-7 eieren, soms tot 12. In één jaar
kan een paartje tot wel 20 jongen grootbrengen.
Broedduur: 12-13 dagen, Het nest wordt gemaakt
in dichte riet- en zeggevegetatie, meestal laag
bij de grond. De jongen zitten 13-14 dagen op
het nest voor ze uitvliegen.
Voedsel:
In de
zomer insecten zoals libellen, muggen, spinnen
etc. In de winter zaad van riet en rietgras.
Trek:
De
baardmannen blijven normaal gesproken in
Nederland. Na de broedtijd zwerven groepjes
baardmannen rond buiten hun directe
broedgebieden, zo kunnen ook nieuwe broedplekken
ontstaan vanuit het brongebied. Vogels die
wegtrekken doen dat vanaf september en keren
terug vanaf maart. In de jaren zestig en
zeventig kende Nederland zo veel baardmannen dat
er populatiedruk ontstond en vogels uitzwermden
over heel West- en Midden-Europa. |