9322_120720
9341_120720
9343_120720
9346_120720
|
Info:
In Nederland wordt de zwarte ooievaar alleen op
doortrek gezien en duikt steeds vaker op. In mei
en in augustus worden de meeste zwarte ooievaars
hier gezien. Vaak gaat het dan om
niet-geslachtsrijpe dieren, die tijdens hun
omzwervingen ons land bezoeken. Soms blijven
vogels in de zomer in Nederland hangen. Een
broedgeval is nog niet aangetoond.
De zwarte ooievaar heeft in tegenstelling tot de
witte ooievaar in vlucht een opvallend zwarte
hals en een witte buik. De zwarte bovendelen
geven in de zon een groene en paarse gloed.
Juveniel heeft geen rode poten en snavel maar
grijsgroene. In vlucht kan hij minutenlang
zeilen op thermiek zonder zijn vleugels te
hoeven bewegen.
Geluid: Hoog, roofvogelachtige roepen. Ook
gesis. Alleen bij nest, verder zwijgzaam.
Broedbiotoop:
Geen
broedvogel in Nederland. Broedt van april-juni.
Is geen koloniebroeder, maar soms zijn er wel
een paar nesten bij elkaar. Heeft 1 legsel per
seizoen met 2-6 eieren. Het nest bestaat uit
takken en bevindt zich hoog in bomen.
Leefgebied:
Omdat zwarte ooievaars voornamelijk vis en
amfibieën eten zijn ze hoofdzakelijk te vinden
in ondiepe plassen in besloten landschappen, op
zoek naar prooi. Ze broeden in oud, open
bosland, niet in de buurt van de mensen.
Voedsel:
Zwarte ooievaars eten hoofdzakelijk vis, maar
ook amfibieën, insecten, kleine zoogdieren en
jonge vogels.
Trek:
Trekkers komen waarschijnlijk vooral uit de
westelijke delen van het verspreidingsgebied,
van Denemarken via Noord-Duitsland tot in
Tsjechië. De voorjaarstrek loopt van half april
tot eind mei. Meer kans op waarnemingen tijdens
de najaarstrek. Van juli/augustus tot in
september/oktober. Vaak solitaire vogels of een
klein groepje, soms meer. Ze zouden overal te
zien kunnen zijn, maar het meest aan de kust en
op hoge gronden. De vogels die zomers blijven
hangen, kiezen voor rustige hoogveengebieden en
open agrarisch gebied. |