Purperreiger, Purple Heron, Ardea purpurea

6664_150623

6673_150623

6690_150623

9802_130717
Info:
De purperreiger is een sierlijke reiger met een fraai uiterlijk. De purperreiger is donkerder, iets kleiner maar vooral slanker dan de bekende blauwe reiger. In vlucht vallen vooral de ver uitstekende poten met lange tenen op. De purperreiger is een moerasbewoner en broedt in kolonies in drassig, overjarig rietland en in door oud riet omgeven struweel. Het voedsel bestaat vooral uit vis en amfibiën, die in ondiep open water gevangen worden. Het zijn trekvogels, die overwinteren in West-Afrika ten zuiden van de Sahara. Purperreigers zijn een stuk zeldzamer dan de algemene blauwe reiger.

De purperreiger heeft een kenmerkende bruinoranje nek met zwarte strepen. Het mannetje lijkt zeer veel op het vrouwtje, maar is gemiddeld iets groter. Verder hebben de sierveren witte punten. Jonge vogels zijn geelbruin en houden een bruin kleed tot en met het tweede jaar. De vlucht is wat grilliger dan blauwe reiger, waarbij de vleugels ook iets geknikter worden gehouden. De ver uitstekende poten met lange tenen vallen op, net als de meer gehoekte 'keelzak' dan bij de blauwe reiger.

Geluid: Minder zwaar en heser dan blauwe reiger.

Broedbiotoop:
Broedt van april tot juni. Legt 2 tot 8 bleek-blauwgroene eieren en zowel man als vrouw broeden deze vervolgens in 25 - 30 dagen uit. Het broeden start vanaf het eerste ei dat wordt gelegd, waardoor de jongen opeenvolgend uit het ei komen. De jongen kunnen na 45 - 50 dagen vliegen en worden tot zo'n twee weken na uitvliegen door beide ouders verzorgd. Bij reigers is het normaal dat het laatstgeboren jong niet overleeft door rivaliteit onder de jongen (waarbij oudere, sterkere jongen de zwakkere nestgenoten verdringen). De oudst levende wilde vogel die bekend is, was 23 jaar.

Leefgebied:

Purperreigers broeden in moerassen met veel riet en struikgewas. De nesten worden in kolonies gemaakt, op een veilige plaats in uitgestrekt rietland waar oud riet en wilgenstruiken worden benut. Het voedsel wordt gezocht in ondiep water met een rijke oeverbegroeiing. Nederland vormt de uiterste noordwest-grens van het verspreidingsgebied. Europese broedvogels trekken weg naar Afrika om te overwinteren. 
 
Voedsel:
Viseter, vangt vooral vis van circa 2 tot 15 centimeter, bij uitzondering groter. Ook kikkers, waterinsecten en (rivier)kreeftjes, muizen, mollen, hagedissen en wat de reiger verder voor de snavel komt. In de typische laagveen-broedgebieden van de purperreiger vormen modderkruipers (de grote modderkruiper is een bedreigde vissoort van de 'rode lijst') soms een substantieel deel van het menu.
 
Trek:
Trekt na het broedseizoen in augustus-september weg naar Afrika, waar ten zuiden van de Sahara niet-trekkende soortgenoten worden opgezocht. Er is uitstekend onderzoek gedaan (met behulp van zender- en loggertechnologie) om de preciese trek van purperreigers in kaart te brengen. Hiermee is veel kennis over de gekozen routes en strategie verzameld. Zo blijken de routes tussen individuele vogels sterk te verschillen. Trek vindt vooral 's avonds en 's nachts plaats. Voorjaarstrek van maart tot in mei. 
 
(info van Vogelbescherming.nl)