8281_140530
8282_140530
8295_140530
8305_140530 |
Info:
De van oorsprong uit Afrika afkomstige koereiger
is één van de zeldzamere reigersoorten in ons
land. De aantallen lijken de laatste jaren toe
te nemen en in 1998 is voor het eerst met
zekerheid gebroed in de Wieden (Overijssel),
zonder succes overigens. In 2006 was er een
evenmin succesvol broedgeval in de Braakman
(Zeeland). Koereigers zijn minder dan andere
reigers gebonden aan water, en aan te treffen in
weilanden met koeien, paarden of schapen. Ook
liften ze graag op de rug van een schaap of koe
mee.
en kleine, witte en gedrongen reiger met korte
gele snavel en lichtgele poten (in de winter
donker). In zomerkleed met oranjegele borst-,
kruin, en rugsierveren. Te onderscheiden van
kleine zilverreiger door korte gele snavel, en
van grote zilverreiger door grootte en kortere
poten en snavel.
Geluid: Normaliter zwijgzaam, bij roestplekken
en in baltstijd enig staccato gekraak.
Leefgebied:
Moerasgebieden en weilanden met vee. Soms lopen
ze letterlijk tussen de poten van koeien om de
insecten op te eten die door de koeienpoten
worden opgeschoffeld. Ze broeden in eigen
kolonies, maar ook met andere reigersoorten in
bomen in water en rietmoerassen. Soms maken ze
ook gebruik van hoge bomen tot wel twintig meter
hoogte. Broeden ook in steden, langs grote wegen
en niet altijd in de buurt van water.
Broedbiotoop:
Broedt vanaf april-mei. Heeft één of twee
legsels per jaar bestaand uit meestal 2-5
eieren. Broedduur 21-26 dagen. In het buitenland
vaak eigen kolonies, in Nederland broedend
tussen andere reigers. Nest gemaakt van riet,
takjes en twijgen die het mannetje verzamelt.
Beide ouders broeden de eieren uit. De jongen
verlaten het nest al na 14 dagen (soms 8); na
ongeveer 30 dagen zijn ze vliegvlug en na 45
dagen pas volledig onafhankelijk.
Voedsel:
Hoofdzakelijk insecten zoals sprinkhanen en
kevers, maar behoorlijk variabel: ook visjes,
kikkers, wormen, muizen en dergelijke kunnen uit
het menu bestaan. Foerageert geregeld tussen vee
om op insecten te jagen die door de poten van
het vee worden opgeschoffeld.
Trek:
In Europa is de soort voornamelijk trekvogel.
Vogels van Spanje en Frankrijk trekken met name
vanaf de nazomer richting zuiden, in Italië zijn
er al diverse waarnemingen van vogels in de
winter. De soort komt zeer veel voor over de
wereld, en in andere werelddelen is trekpatroon
afhankelijk van andere factoren zoals regentijd. |