7418_130602
7426_130602
8244_110619
8467_110619 |
Info:
De kluut is uniek door zijn opvallende
zwart-witte verenkleed, lange poten en zijn
opgewipte snavel. Hiermee zeeft hij door het
slik om kleine slakjes, wormpjes en garnaaltjes
te vinden. Broedt in kolonies, vooral in zoute
gebieden aan de kust, maar ook in het
binnenland. Als hij kuikens heeft suggereert een
kluut dat hij gewond is. Hij laat dan een
vleugel hangen om de aandacht van de belager af
te leiden.
Onmiskenbaar. Wit met opvallende zwarte
tekening. Opgewipte snavel, lange lichtblauwe
poten. Ook in vlucht onmiskenbaar door de
zwartwitte tekening en de lange poten.
Geluid:
Meest gebruikte roep luid "kluut-kluut", roept
zijn eigen naam. Daarnaast ook een zacht
gekwetter.
Leefgebied:
Vooral zoute milieus: slikgebieden met eilandjes
met kale grond, schelpen, wat planten, kort
gras, vaak met plevieren en sterns. In zoete
gebieden ook op kort grasland en in open
bouwland (bieten, zomergranen, aardappelen, mais).
Korte vegetaties zijn essentieel. Kan zich snel
ergens vestigen. Is dus een pionier, die na
successie vegetatie weer verdwijnt.
Broedbiotoop:
Paartjes
baltsen opvallend. Broedt meestal in kolonies.
Nest een kuiltje in de grond, soms wat
opvallender met een echte nestrand. Op slik,
kaal weiland, akkers. Eén broedsel, 3-4 eieren.
Kan na verlies nieuw legsel op tientallen km
afstand maken in een nieuw nest. Eileg half
april-eind juni. Broedduur 23-25 dagen, jongen
zijn nestvlieders, na 35-42 dagen vliegvlug..
Voedsel:
Allerlei klein dierlijk voedsel dat zich ophoudt
in slik: wormpjes, garnalen, insectenlarven, ook
wel slakjes, schelpdieren etc. Soms ook
plantenzaden. Zeeft in ondiep water met maaiende
bewegingen met de snavel voedsel uit het slik,
op de tast.
Trek:
Kluten die
in Nederland broeden, trekken in het najaar weg
naar Zuidwest-Europa en Noordwest-Afrika, maar
overwinteren steeds vaker in Nederland, in zowel
de Delta als het Waddengebied. Tijdens trek
sterk kustgebonden, maar wordt soms aangetroffen
langs rivieren en meren in het binnenland. Vanaf
februari (zachte winters) of maart (koudere
winters) keren kluten terug. |