5647_070506
8162_110531
8215_140530
8222_140530 |
Info:
De grutto is een oer-Hollandse weidevogel. Nog
wel. Want de natuurwaarden van het agrarisch
land staan zwaar onder druk. Waar het
boerenbedrijf nog ruimte laat voor natuur, daar
gedijt de grutto. Zo is hij de ambassadeur van
agrarisch land waar productie en natuur in
balans zijn. Nergens in Europa broeden zoveel
grutto’s als in Nederland. In 2016 is de grutto
uitgekozen door het Nederlandse publiek tot
nationale vogel.
Grote, slanke steltloper met lange poten. Rechte
snavel. In vlucht brede, witte vleugelstreep,
witte staartbasis (vierkant) met zwarte
eindband. Poten steken uit. Buik met donkere
banden. Mannetje ruit in prachtkleed naar een
meer steenrode kleur dan vrouwtje. In de winter
bruingrijze borst en bovendelen. In Nederland is
ook de IJslandse grutto te zien (islandica). Bij
ons komt de grutto van de zogenaamde
nominaatvorm voor (limosa). De IJslandse is in
het voorjaar meestal duidelijk te onderscheiden
van de 'gewone' grutto, want roder. Maar
IJslandse grutto’s zijn ook in juveniel kleed
goed te herkennen. Ze hebben bijvoorbeeld
kortere snavels. Verder is de kleur op borst en
hals opvallend oranje; bij de jonge gewone
grutto zijn deze zwakker gekleurd, en eerder
roze-bruin dan oranje. Een belangrijk verschil
is de tekening van de schouderveren en de
binnenste armpennen (ook wel tertials genoemd).
Deze zijn bij juveniele IJslandse grutto’s
uitgebreider en bonter getekend.
Meest gehoorde roep een luid en helder 'gruttooo,
gruttooo', waarbij de eerste lettergreep in
toonhoogte stijgt en de tweede weer daalt.
Leefgebied:
Vanaf
februari keren de grutto’s terug uit hun
winterkwartieren. Ze verzamelen zich bij ondiepe
plassen en plas-dras weilanden. De belangrijkste
broedgebieden van de grutto in ons land zijn de
veenweiden van Friesland, Noord- en
Zuid-Holland. Het meest ideaal zijn vochtige,
kruidenrijke graslanden met een goed bodemleven
en volop insecten aan de oppervlakte. Late
maaidata en kruidenrijke weilanden zijn een
vereiste om jonge grutto’s kans te geven te
overleven. Na het broedseizoen komen de grutto’s
weer samen op vochtige pleisterplaatsen. Voor de
mislukte broedvogels is dat al in mei.
Broedbiotoop:
Tijdens
het broedseizoen laat de grutto spectaculaire
baltsvluchten zien. Al vanaf eind maart kunnen
de eerste grutto’s een legsel hebben. De eileg
loopt door tot eind mei, met piek in tweede
helft april. Eén broedsel per jaar met meestal
3-4 eieren. Broedduur 22-24 dagen. Grutto's
hebben een onopvallend grasnest wordt gemaakt in
de lange vegetatie van grasland, bij voorkeur in
de nabijheid van ruigere delen in het veld. Geen
echte koloniebroeder, maar broedt graag in
directe nabijheid van soortgenoten in verband
met het opmerken en verjagen van vijanden. De
jongen lopen meteen uit het nest (nestvlieders)
en zijn na zo'n 24-27 dagen vliegvlug. De
familie blijft dan nog zo'n 5-14 dagen bij
elkaar.
Voedsel:
Als steltloper beweegt de grutto zich
gemakkelijk over het veld op zoek naar voedsel.
Met de tere snavel zoekt hij tot diep in de
zachte bodem naar diertjes. In Nederland eet de
volwassen grutto regenwormen en emelten. Jonge
vogels jagen op insecten zoals langpootmuggen.
Tijdens de trektocht in Portugal en Spanje en in
het overwintersgebied is de grutto vegetariër en
eet hij rijstkorrels.
Trek:
Veel grutto's trekken vanaf juli tot in augustus
in een breed front hoog in de lucht over lange
afstanden en vliegen vaak langs de kust. Vanuit
Nederland trekken grutto's over Frankrijk, via
Spanje en Portugal zuidwaarts. Ze vliegen vaak
in één ruk de Sahara over naar Senegal en
Guinee-Bisseau. Een ander deel van de grutto's
trekt via Italië (Toscane) naar Afrika. Vanaf
februari arriveren ze weer in Nederland. De
jongen blijven een jaar lang in het
winterkwartier, voordat ze gaan trekken. Via de
website van Kening fan 'e greide zijn trekkende
grutto's live te volgen. |