4456_160907
4463_160907
4464_16090
4472_160907 |
Info:
De gestreepte strandloper is de meest algemene
Amerikaanse steltloper in Europa en van deze
dwaalgast worden er elk jaar enkele gezien in
Nederland. Opmerkelijk genoeg is de kans groot
dat de vogels die bij ons terecht komen uit
Midden-Siberië afkomstig zijn. De gestreepte
strandloper kan gevonden worden tussen andere
steltlopers op plekken met ondiep water.
Middelgrote steltloper met een vrij kleine kop,
relatief lange nek en geelgroene poten. Het
meest opvallende kenmerk is de dicht gestreepte
borst die scherp afgesneden is van de witte
buik. Als de vogel rechtop staat, lijkt hij op
een kleine kemphaan. Foerageert vrij rustig
vergeleken met andere steltlopers. Volwassen
vogels zijn op de bovendelen grofweg bruingrijs,
juveniele vogels (in het najaar) hebben zwarte
veren met rossige randen en witte V-vormige
lijnen over mantel en schouder.
Roep een korte rauwe triller "trrrrrrt".
Zang/balts alleen te horen in broedgebied, als
een lichte, snelle hoge misthoorn.
Leefgebied:
In
Nederland te vinden in plas-dras gebieden,
slikranden, ondergelopen bollenvelden of soms
wadplaten. Broedbiotoop in arctisch gebied
bestaat uit schaars begroeide toendra.
Broedbiotoop:
Broedt in
juni - juli. Heeft 1 legsel met 4 eieren.
Broedduur 21-23 dagen. Broedt in het arctisch
gebied van Southhampton Island (Hudsonbaai,
Canada) tot Jamalski district, Rusland. Nest
goed verscholen in het gras. Het vrouwtje
broedt, het mannetje verdedigd het nest, maar
verlaat het nest soms al voordat de jongen
uitkomen. Als de jongen uit het ei komen, kunnen
ze vrijwel direct lopen. Na ongeveer 3 weken
vliegvlug.
Voedsel:
Zoekt
voedsel op de tast en met het oog. Voedsel
bestaat in het broedgebied uit diverse insecten,
in het begin van de broedtijd meer larven, eind
van de broedtijd meer adulte vormen; buiten de
broedtijd een variëteit aan kleine insecten,
vlokreeftjes, spinnen en waterdiertjes.
Trek:
Lange-afstandstrekker van arctisch gebied in
Canada, Alaska en Siberië naar zuidelijk
Zuid-Amerika (Bolivia, Chili, Paraguay, Uruguay
en Argentinië) en Zuidoost Australië en
Nieuw-Zeeland. Grootste deel van de populatie
trekt langs kusten van Noord- en Zuid-Amerika in
augustus-oktober, maar terugtrek vanaf eind
februari gaat meer over het binnenland. |