3194_200123
3221_200123
3223_200123
3241_200123
|
Info:
In Nederland kun je ook flamingo's tegenkomen,
waaronder Chileense, kleine en Caribische
flamingo. Alleen de Europese flamingo staat te
boek als een in het wild in Nederland
voorkomende soort. Er broeden diverse soorten
flamingo's op de net over de grens met
Duitsland, in het Zwillbrocker Venn. Ze zijn van
elkaar te onderscheiden door grootte, kleur,
snavels en de kleur van de poten.
De Europese soort is herkenbaar aan het
lichtroze tot bijna witte verenkleed met
dieproze vleugels en zwarte punten. Ook de poten
zijn geheel roze. Typische geknikte zachtroze
snavel met een zwarte eindpunt. Jonge vogels
zijn grijsbruin.
Geluid: Gansachtig.
Broedbiotoop:
De
flamingo is geen Nederlandse broedvogel. Hij
heeft in de regel één nest per jaar met 1 ei,
maar soms 2. De flamingo broedt in kolonies.
Vlakbij de grens broeden verschillende soorten
flamingo's in het Zwillbrocker Venn. Het is de
meest noordelijke broedlocatie van Europese
flamingo’s.
De flamingo is geen Nederlandse broedvogel. Hij
heeft in de regel één nest per jaar met 1 ei,
maar soms 2. De flamingo broedt in kolonies.
Vlakbij de grens broeden verschillende soorten
flamingo's in het Zwillbrocker Venn. Het is de
meest noordelijke broedlocatie van Europese
flamingo’s.
Leefgebied:
In het mediterrane gebied kun je de soort
tegenkomen in ondiepe wateren langs de kust,
zoals lagunes en zoutpannen. Daar broeden en
foerageren flamingo's in grote groepen.
Op de grens van Nederland en Duitsland in het
Zwillbrocker Venn broedt sinds 1982 een kleine
kolonie die is ontstaan uit verwilderde vogels
die zijn ontsnapt uit gevangenschap.Zo broeden
daar enkele tientallen paren, samen met nog twee
andere soorten flamigo's (de gewone flamingo, P.
roseus en de rode flamingo, P.ruber). Deze
vogels overwinteren op schorren en slikken in
Zeeland.
Voedsel:
Flamingo's zijn voedselspecialisten die
zoutminnende diertjes, zoals pekelkreeftjes en
slakken, eten. Tijdens het foerageren staan ze
met hun poten in het ondiepe water te trappelen
om de diertjes uit de modderbodem te jagen. Met
de iets geopende snavel op zijn kop in het
water, wordt met een beweging van de tong water
met voedsel naar binnen gezogen. Het voedsel
blijft hangen aan de lamellen in de bovensnavel
en wordt met een volgende beweging van de tong
naar de keel gebracht en doorgeslikt..
Trek:
Er is veel
verschil tussen het wegtrekken van vogels.
Sommige vogels vertrekken naar West-Afrika of
het oosten van de Middellandse Zee, andere
blijven in het broedgebied of gaan naar gebieden
in de buurt. Vogels uit het Zwillbrocker Venn
worden na de broedtijd gezien rondom het
IJsselmeer, het Lauwersmeer en de Zeeuwse
wateren. In april zijn ze weer terug op de terug
op de broedplaats. |