2666_150106
3494_160719
5101_161122
5677_170311 |
Info:
Het is nauwelijks voor te stellen dat blauwe
reigers vroeger schuwe vogels waren. Verborgen
leidden ze hun leven. Tegenwoordig zijn blauwe
reigers in en om elke stad te vinden en bezoeken
ze vrijwel iedere tuin met een vijver op
regelmatige basis. Blauwe reigers zijn echte
sloot-food specialisten, maar vullen hun menu
ook graag aan met mollen, muizen en grote
insecten zoals sprinkhanen. Vis is echter
vrijwel altijd het hoofdbestanddeel van hun eten.
Staand op hoge poten is de blauwe reiger niet
moeilijk te herkennen. De naam 'blauwe' is
misschien wat teleurstellend; de vogels zijn
vooral grijs. Een blauwe reiger - zeker jonge
vogels - kunnen er verfomfaaid uitzien. Maar een
volwassen vogel, aan het begin van het
broedseizoen, is prachtig om te zien. De vlucht is
traag, daarbij houdt de blauwe reiger de nek
ingetrokken en lijkt daardoor wat 'kopzwaar'. De
poten steken in vlucht duidelijk achter het
lichaam uit.
Harde, verdragende roep, zowel in vlucht op
trek, als in de kolonie. In vroege voorjaar
luide baltsroep van man op nest, ook 's nachts.
In kolonie divers gekekker en gekrijs, van zowel
jonge als volwassen vogels.
Leefgebied:
Overal
waar ondiep water voorhanden is dat in voldoende
voedsel voorziet. Om te broeden zijn bomen
onmisbaar, daar waar de combinatie te vinden is
zijn blauwe reigers nooit ver weg. Zoekt ook
voedsel in graslanden (muizen, mollen). In
Amsterdam ook op straat.
Broedbiotoop:
Broedt van
februari tot en met mei, meestal in slordige
kolonies in bomen, maar steeds vaker ook
solitair. De voorkeur gaat uit naar plekken waar
rovers moeilijk bij komen; eilandjes in een
vijver of plas bijvoorbeeld. Het nest bestaat
uit takken, soms aangevuld met riet en
waterplanten. Legt meestal 4 tot
6 bleek-blauwgroene eieren, die in 23 tot 28
dagen worden uitgebroed. Anderhalve maand later
zijn de jongen vliegvlug, al blijven deze
vervolgens nog 10 tot 20 dagen op en bij het
nest.
Voedsel:
Blauwe
reigers eten alles dat zij in ondiep water
(zoet, brak en zelfs zout) kunnen vinden: kleine
en grotere vissoorten, rivierkreeft
(tegenwoordig zijn dat allemaal exotische
soorten), salamanders en kikkers. Ook mollen en
muizen als deze te pakken zijn. In Amsterdam ook
afval.
Trek:
Vorst is
een probleem voor blauwe reigers; veel reigers
trekken daardoor in de winter weg. Voor een deel
naar Engeland, maar ook zuidelijk naar
Frankrijk. Vogels uit Scandinavië en Duitsland
nemen hun plek in. Er zijn blauwe reigers uit
onze streken aangetroffen in Centraal-Afrika.
Een aanzienlijk deel van de blauwe reigers
blijft echter in Nederland in de winter en
zwerft dan, indien nodig, rond tot een plek die
voorziet in voldoende voedsel is gevonden. |