3525_140131
3610_140131
3615_140131
3621_140131 |
Info:
De sperweruil is een soort van de noordelijke
naaldbossen (taiga). In uiterlijk en gedrag is
de sperweruil een buitenbeentje onder de uilen.
Hij is overdag en in de schemering actief en
heeft een zeer wendbare jachtvlucht,
vergelijkbaar met de sperwer of havik. De fijne
dwarsbandering op de onderzijde heeft ook veel
weg van het verenpatroon van de havik of
vrouwtje sperwer.
De sperweruil heeft ongeveer het formaat van een
ransuil. De kop is – zeker voor uilen – relatief
klein. De sperweruil heeft geen oorpluimen, al
geeft de apart gevormde, zwarte omranding van de
gezichtssluier wel een beetje die indruk. De uil
heeft een lange, wigvormige staart en korte
vleugels. Snavel en ogen zijn lichtgeel. De
bevedering van de tenen is bontachtig.
Geluid: Baltsroep een lang aangehouden tremolo.
Verder veel andere (o.a. krijsende) geluiden.
Broedbiotoop:
Legperiode van begin april tot eind juni. Eén
legsel per jaar, maar 2e legsel bij verlies 1e
legsel. Legselgrootte varieert sterk met
voedselaanbod. Gemiddeld 5-8 eieren, met
variatie van 3 tot 13. Leginterval 1-2 dagen.
Begin met broeden na 1e ei, jongen komen
asynchroon uit. Typische holenbroeder,
incidenteel in oude nesten van kraai of
roofvogel. In het najaar verlaten jongen
territorium.
Leefgebied:
Soort van de boreale wouden, hoofdzakelijk in de
noordelijke taiga tot aan de boomgrens. Zowel in
naaldwoud als gemengd bos en berkenbos.
Leefgebied bestaat uit zeer open boombestanden,
afgewisseld met open vlaktes van hoogveen of
kaalslag. Beschikbaarheid van holtes als
nestplaats, bijvoorbeeld in afgebroken
boomstammen of oude nesten zwarte specht.
Voedsel:
In broedtijd vooral woelmuizen, met name rosse
woelmuizen. Heel beperkt ook vogels en
spitsmuizen. Buiten de broedtijd, vooral in de
winter, neemt het belang van vogels (vooral
kleine vogels, maar ook wel sneeuw- en
hazelhoen) en spitsmuizen toe.
Trek:
Deels
standvogel, deels zwerfvogel. Tijdens jaren
waarin de woelmuizenpopulatie ineenstort maken
de uilen zeer grote omzwervingen. Kan leiden tot
invasies in Zuid-Scandinavië en Midden-Europa.
In Nederland zeldzame dwaalgast, meest recent
winter 2013-2014 nabij Zwolle. |