1048_120905
1063_120905
1070_120905
1071_120905 |
Info:
De slechtvalk is een grote valk; het vrouwtje is
forser dan het mannetje. Krachtige jager van
open land, slaat vogels na een lange, snelle
stootduik (van meer dan 200 kilometer per uur)
of na een volhardende achtervolgingsvlucht.
Sterk toegenomen nadat de soort bijna was
verdwenen door vervolging en gebruik van
pesticiden. Heeft sterk geprofiteerd van
bescherming en broedt vooral op gebouwen, tot
midden in de stad.
Grote valk met zware borst, spitse vleugels met
vrij brede basis en een tamelijk korte staart.
Kan soms erg slank overkomen, maar in
schroevende vlucht minder. Volwassen vogels zijn
licht van onderen, met contrasterende zwarte
kopkap en baardstreep. Bovenzijde blauwgrijs.
Jonge vogels zijn bruin van boven en zijn bruin
gestreept van onderen. Spitsere vleugels en
kortere staart dan havik. Groter en zwaarder
gebouwd dan smelleken en boomvalk.
Geluid: Klaaglijk gekrijs.
Broedbiotoop:
Solitair
en territoriaal. Bouwt zelf geen nest. Broedt op
richel, in een nis, een nestkast of oud
kraaiennest, zelden op de grond. Broedtijd
februari-april. Eén legsel, 2-4 eieren.
Broedduur 29-32 dagen. Vliegvlug na 35-42 dagen,
worden daarna nog twee maanden gevoerd.
Leefgebied:
Broedt op kliffen en op bergwanden, in nissen en
op richels; ook in oude nesten van roofvogels en
kraaien. Steeds vaker in nestkasten. In
Nederland in steden (kantoorgebouwen, torens) en
in open boerenland in hoogspanningsmasten. Soms
op de grond (Waddeneilanden). Jaagt vaak ver van
het nest, in open landschappen met veel vogels.
Buiten de broedtijd meestal in open
landschappen, in boerenland, uiterwaarden op
kwelders e.d. Zit vaak op de grond of op een
paaltje, maar ook op een hoog uitkijkpunt
(masten). Groot aanbod aan prooien cruciaal.
Voedsel:
Vooral vogels van open land van middelgroot
formaat: steltlopers, eenden, duiven, spreeuwen
e.d. In de stad zijn duiven favoriet. Soms
grotere prooien tot aan ganzen, of juist
kleinere (gierzwaluw). Voedselkeuze wordt sterk
bepaald door het aanbod; wordt aangetrokken door
grote concentraties vogels
(hoogwatervluchtplaatsen steltlopers,
spreeuwenslaapplaatsen, groepen duiven en
eenden).
Trek:
Noordelijkste broedvogels uit Scandinavië en
Noord-Rusland verlaten hun broedgebieden geheel
en trekken zuidwaarts, tot in Afrika. In
Nederland vooral standvogel, populatie wordt
aangevuld door trekvogels uit het noorden. Jonge
vogels zwerven meer. Wordt niet vaak trekkend
waargenomen. |