Europese Kanarie, European Serin, Serinus serinus
4638_090425 4640_090425 4649_090425 4651_090425  
Deze Zuid-Europese soort is in Nederland vooral in Limburg te vinden. De Europese kanarie houdt zich graag op in parken, boomgaarden en begraafplaatsen en valt dan vooral op door z'n zang, een razendsnelle stroom van rinkelende en trillende klanken.

Kleine vinkachtige met korte staart. Rug, buik, mantel en flanken zwaar gestreept. Voorhoofd, wenkbrauwstreep, zijhals, borst en stuit citroengeel bij de man maar bij de vrouw vaal geelwit; juveniele vogels hebben helemaal geen gele onderdelen, en kunnen daardoor moeilijk te onderscheiden zijn van andere vinkachtigen. Korte, dikke, grijze snavel.
 
Broedt van april tot augustus (bij 1 legsel tot juli). Heeft meestal twee legsels per jaar met 3-4 eieren. Broedduur 12-13 dagen. Nestelt vaak in semi-urbane omgeving van parken en begraafplaatsen. Vrouwtje bouwt het kleine en compacte nest. Dat bevindt zich aan de buitenste takken, maar ook in de kroon of dichterbij de stam van fruitbomen of in coniferen. Meestal zo rond 3-6 meter hoogte, maar ook wel tot 13 meter hoog. Jongen zijn na 15-18 dagen vliegvlug. Daarna nog zo'n 9 dagen afhankelijk van de ouders, die beide de jongen voeren. Direct na het uitkomen van de eieren geeft het mannetje het voer eerst aan het vrouwtje.
Broedt in tuinen, parken, boomgaarden, begraafplaatsen en bosranden. In de winter te vinden op plaatsen met kruidenrijke vegetatie, zoals op braakliggende terreinen.
Zang een snelle combinatie van ratels en trillers achter elkaar doorgaand, soms herinnerend aan brekend glas. Roep een stuiterende triller "tzzzrrrilrlrlr" vaak erin verweven.










(info van Vogelbescherming.nl)
De Europese kanarie is een stereotype zaadeter, met name van onkruiden. Eet in de zomer ook insecten, met name voor de jongen die koolhydraatrijk voedsel nodig hebben voor de groei.
Europese kanaries zijn deels standvogel, maar het grootste deel van de populatie overwintert in Zuid-Europa. Aangezien Nederland aan de noordgrens ligt van zijn verspreidingsgebied merken wij niet veel van de trek. Vaak enkelingen die 'druk' vliegen, waarbij roep duidelijk herkenbaar is. Waarschijnlijk dagtrekker (maar goed mogelijk ook 's nachts). In maart-april komen de Europese kanaries onze kant op en zijn de schaarse doortrekkers waar te nemen. De najaarstrek begint in september, piekt eind september en in oktober. Maar tot in november komen er nog kleine aantallen Europese kanarie voorbij.